Hoofdtekst
Een man stapt in een trein en treft in een coupé een dame aan die een erg lelijk kindje op haar schoot heeft.
De man zegt tegen haar: "Bah, wat een foeilelijk kind heb je, daar wil ik niet bijzitten hoor" en verdwijnt.
De dame barst in snikken uit.
Op dat moment komt er een andere man de coupé binnen en zegt tegen de vrouw: "Ach, ach, wat heeft u een verdriet, hoe komt dat nou?"
De vrouw zegt snikkend dat ze vreselijk is beledigd door een passagier.
"Nou huil maar niet meer, hier, veeg je tranen af met deze zakdoek en... hier is een banaan voor het aapje"!
(Eindhoven. Doorgestuurd door Jeske van Dongen op 6 mei 1998)
De man zegt tegen haar: "Bah, wat een foeilelijk kind heb je, daar wil ik niet bijzitten hoor" en verdwijnt.
De dame barst in snikken uit.
Op dat moment komt er een andere man de coupé binnen en zegt tegen de vrouw: "Ach, ach, wat heeft u een verdriet, hoe komt dat nou?"
De vrouw zegt snikkend dat ze vreselijk is beledigd door een passagier.
"Nou huil maar niet meer, hier, veeg je tranen af met deze zakdoek en... hier is een banaan voor het aapje"!
(Eindhoven. Doorgestuurd door Jeske van Dongen op 6 mei 1998)
Beschrijving
Een man zegt in de trein tegen een vrouw met een baby dat haar kind foeilelijk is. De vrouw wordt in haar verdriet getroost door een andere man, die ook nog een lekkere banaan heeft voor wat hij denkt dat een aapje is.
Bron
n.v.t.
Commentaar
6 mei 1998
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20