Hoofdtekst
2. Hoe Valkenswaard zijn naam kreeg
a. 'Dit is een zeer schoon Dorp, en draagt zijnen naam van de Valken, die hier welëer tot de Jagt wierden afgerigt, want in voorige tijden hadden hier alle Valkeniers van alle Vorsten in Europa hun winterverblijf, en leerden hunne Valken, dit bragt zeer veel voordeel aan dit Dorp. Men zegt, dat een Valk alleen dat Wild vangt, waarop hij afgerigt is; de volgende anekdote, welke mij verhaald wierd, schijnt dit te bevestigen: Eén der koningen van Frankrijk had een Valkenier, die hem veel geld koste; des Konings Biegtvader, een Monnik, die geen vriend was van deezen Valkenier, raade den Koning, om dien man den zak te geven, wijl hij te veel koste, en dit vermaak te veel tijd wegnam. Dit hoorde de Valkenier gevallig en begrijpende, dat hij, als dit doorging, zijn bestaan kwijt was, zoo dacht hij op middelen, om dit den Biegtvader betaald te zetten. 's Winters thuis komende, leerde hij eenen Valk, om op eene Monninkskap, in welke hij eene spijs voor dien vogel gestoken had, te vliegen - Weer in Frankrijk gekomen zijnde, verzocht hij den Biechtvader, om toch de eerste Jagtpartij bij te woonen, deeze bewilligde: doch zoodra de Valk losgelaaten zijnde, hem zag, viel hij op hem aan, mishandelde den armen Monnik geweldig met zijnen krommen bek en scherpe klaauwen, en zou hem buiten twijfel de oogen uit het hoofd gehaald hebben, wen de Valkenier hem niet gered had. De goede doch domme Monnik Biegtvader meende, dat dit eene rechtvaardige straf des hemels was, wegens zijn vorig gedrag omtrent den Valkenier; hij raadde derhalven, om voor zijne misdaad te boeten, den koning zoo sterk aan, als hij het van te vooren had afgeraaden, om toch den Valkenier, wijl de Valkenjagt een geheel onschuldig vermaak der Vorsten was, bij zich te houden.
(Hanewinckel, I, 50-51)
b. Eertijds zou dit dorp slechts uit eene enkele herberg bestaan hebben, liggende op eene weide, in het Meijerijsch een dries genoemd, en enen zou aan deze herberg, waar vele kooplieden zamenkwamen, den naam gegeven hebben van de Waard op den Dries. De zamenkomst van vreemdelingen deed hier schielijk vele huizen stichten; de toeloop der kooplieden, vooral in varkens, bleef voortduren, en men noemde deze plaats VARKENSWAARD, onder welke benaming zij nog op oude kaarten voortkomt. Naderhand zoude de naam, om de menigte valkeniers, die zich hier verzamelden en in den winter hun verblijf hielden, in VALKENSWAARD zijn veranderd.
(Van der Aa, XI, 317-318)
a. 'Dit is een zeer schoon Dorp, en draagt zijnen naam van de Valken, die hier welëer tot de Jagt wierden afgerigt, want in voorige tijden hadden hier alle Valkeniers van alle Vorsten in Europa hun winterverblijf, en leerden hunne Valken, dit bragt zeer veel voordeel aan dit Dorp. Men zegt, dat een Valk alleen dat Wild vangt, waarop hij afgerigt is; de volgende anekdote, welke mij verhaald wierd, schijnt dit te bevestigen: Eén der koningen van Frankrijk had een Valkenier, die hem veel geld koste; des Konings Biegtvader, een Monnik, die geen vriend was van deezen Valkenier, raade den Koning, om dien man den zak te geven, wijl hij te veel koste, en dit vermaak te veel tijd wegnam. Dit hoorde de Valkenier gevallig en begrijpende, dat hij, als dit doorging, zijn bestaan kwijt was, zoo dacht hij op middelen, om dit den Biegtvader betaald te zetten. 's Winters thuis komende, leerde hij eenen Valk, om op eene Monninkskap, in welke hij eene spijs voor dien vogel gestoken had, te vliegen - Weer in Frankrijk gekomen zijnde, verzocht hij den Biechtvader, om toch de eerste Jagtpartij bij te woonen, deeze bewilligde: doch zoodra de Valk losgelaaten zijnde, hem zag, viel hij op hem aan, mishandelde den armen Monnik geweldig met zijnen krommen bek en scherpe klaauwen, en zou hem buiten twijfel de oogen uit het hoofd gehaald hebben, wen de Valkenier hem niet gered had. De goede doch domme Monnik Biegtvader meende, dat dit eene rechtvaardige straf des hemels was, wegens zijn vorig gedrag omtrent den Valkenier; hij raadde derhalven, om voor zijne misdaad te boeten, den koning zoo sterk aan, als hij het van te vooren had afgeraaden, om toch den Valkenier, wijl de Valkenjagt een geheel onschuldig vermaak der Vorsten was, bij zich te houden.
(Hanewinckel, I, 50-51)
b. Eertijds zou dit dorp slechts uit eene enkele herberg bestaan hebben, liggende op eene weide, in het Meijerijsch een dries genoemd, en enen zou aan deze herberg, waar vele kooplieden zamenkwamen, den naam gegeven hebben van de Waard op den Dries. De zamenkomst van vreemdelingen deed hier schielijk vele huizen stichten; de toeloop der kooplieden, vooral in varkens, bleef voortduren, en men noemde deze plaats VARKENSWAARD, onder welke benaming zij nog op oude kaarten voortkomt. Naderhand zoude de naam, om de menigte valkeniers, die zich hier verzamelden en in den winter hun verblijf hielden, in VALKENSWAARD zijn veranderd.
(Van der Aa, XI, 317-318)
Onderwerp
TM 2601 - Hoe het dorp (de stad, heuvel, het stuk land) aan z'n naam is gekomen   
Beschrijving
Naamsverklaring.
Bron
Willem de Blécourt. Volksverhalen uit Noord Brabant. Utrecht [etc.]: Het Spectrum, 1980. p. 254-255
Commentaar
1799 & 1839-1848
7 Spot en venijn. Aantekeningen over Noordbrabantse plaatsen en ingezetenen. Provincie Noord-Brabant
Hoe het dorp (de stad, heuvel, het stuk land) aan z'n naam is gekomen
Naam Overig in Tekst
Meijerijsch   
Den Dries   
Varkenswaard   
Naam Locatie in Tekst
Valkenswaard   
Europa   
Frankrijk   
Plaats van Handelen
Valkenswaard (Noord-Brabant)   
Kloekenummer in tekst
L260p   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20