Hoofdtekst
Toen de Sint Nicolaaskerk werd gebouwd, reed elke dag de Juffer van Batinghe voorbij. Zij lachte de bouwheer toe, waardoor die zijn gedachten niet meer bij zijn werk kon houden. De berekeningen en de tekeningen van de nieuwe toren kwamen niet gereed. De Drost van Drenthe sprak met de heer van de havezathe Batinghe en deze met zijn dochter. Zij wilde niemand anders dan de bouwmeester. Haar vader begreep dat en zond haar weg. Maar voor zij ging, trok zij nog eenmaal rond, en toen de maan tussen de bomen scheen te hangen, zag zij de nieuwe torenspits voor zich. De Juffer zag de bouwmeester aan het werk, stapte van haar paard en vertelde wat ze gezien had en hoe mooi het leek. Daarna ging zij op reis. De bouwmeester had die avond zijn ontwerp klaar. De Drost keurde alles goed, ook al leek het in het geheel niet op iets dat in Drenthe gebruikelijk was. Een jaar ging voorbij en de Sint Nicolaaskerk had zijn bekroning. Toen voor de wijding de Juffer terug kwam, zegende de Drost de beide jonge mensen, zonder wie er niet zulk een schoon bouwwerk verrezen zou zijn.
Beschrijving
Tijdens de bouw van de Sint Nicolaaskerk rijdt de Juffer van Batinghe elke dag voorbij, en houdt de bouwheer van zijn werk door haar lach. Het ontwerp van de torenspits komt daardoor niet af, en de drost en haar vader sturen het meisje weg. Voor haar vertrek rijdt ze nog een keer langs de kerk en vertelt de bouwheer hoe mooi het zal worden. Dezelfde avond is het ontwerp voor de torenspits klaar, de drost is tevreden. Na een jaar is de kerk klaar, komt het meisje terug voor de inwijding van de kerk. De drost zegent de juffer en de bouwheer, want zonder hen zou de mooie kerk nooit zijn gebouwd.
Bron
Letterlijk afschrift
Commentaar
Tekst op de sokkel van het beeld, 19 februari 2009
Naam Overig in Tekst
Juffer van Batinghe   
Juffer van Batinge   
Naam Locatie in Tekst
Sint Nicolaaskerk   
Drenthe   
Dwingeloo   
Plaats van Handelen
Dwingeloo   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20