Hoofdtekst
Heel lang geleden zagen de mensen een klein paardje de weg uitdraven. Het leek op een veulen. Het maakte een vreselijk leven, precies of het vol met ijzer zat en of alle gewrichten van ijzeren scharnieren waren. En het had de gedaante van een veulen. Het draafde van de ene brug naar de andere en altijd 's nachts tussen twaalf en één uur. Verscheidene ouwe mensen hebben mij verteld, dat er geen mens was, die het veulen kon tegenhouden. Het verhaal ging, dat drie sterke jonge kerels het ijzeren beest stingen op te wachten met knuppels. Het kwam aanstormen als de wind en de middelste van de drie kreeg zo'n botsing, dat hij dood neerviel. Hij had al z'n ribben gebroken. De pastoor heeft de weg gezegend en het veulen bleef weg (1).
(1) in Lopik
(1) in Lopik
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
Beschrijving
Een ijzeren veulen kwam vaak tussen twaalf en een uur 's nachts over een weg. Toen drie jonge kerels het wilde tegenhouden werd de middelste dodelijk geraakt. Een pastoor zegende de weg en het veulen keerde niet meer terug.
Bron
Henk Kooijman: Volksverhalen uit het grensgebied van Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant. Amsterdam 1988.
Commentaar
27 november 1962
Spuktier erschreckt Wanderer
Naam Locatie in Tekst
Lopik   
Plaats van Handelen
Lopik (Utrecht)   
Kloekenummer in tekst
K023p   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21