Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

Bestand #3610: "VODA_009_08.mp3"

Bestand #3610: "VODA_009_08.mp3"

Beschrijving

Op ‘t [of] van van Dilleman waren een keer drie bomenrooiers bezig bomen [utteten]. Ze waren d’r al een paar dagen aan ’t werk en alles verliep vlot. Allien, den letste boom die heel kort bij ’t huus stond gaf nogal wat moeite en hoe weet je wel om zo’n boom naar de goeie kant te laten vallen, laten ze bij ’t loshakken van de wortels, één van die hoofdwortels zo lang mogelijk zitten. ‘Tis da nu zoverre dat ‘t [tui] dat is dat touwe das straks de boom in een bepaalde legging wordt getrokken, gespannen wordt. Ze willen bij hen de laatste hoofdwortel door te hakken, maar dan moeten ze eerst een kleine zwarte katte die klagelijk op die wortel zit te miauwen, wegjagen. Maar tot drie, vier maal toe springt dat beesje, voor ze een bijl d’r in kunnen slaan, weer op die wortel. ‘[Wijl willese] katten’, zegt een van die rooiers, ‘als je nie maakt dat je wegkomt dan zal ‘k je staart eens afkappen.’ ‘Geeft hem een schop,’ zegt de rooierbaas, ‘dan gaat ie wel weg’. Waarop de katte nog erger miauwend naar de top van boom [zette slaan]. ‘Jongens,’ zegt een [bang] stelletje tot de andere, ‘we moeten een beetje oppassen. Je weet er alles van dat hier op de steê van Frans Dilleman af en toe raar toegaat.’ D’n baas keek nu ook naar boven net als de katte en dan ziet ie dat de tui verwaait is en dat de boom bij ‘t trekken wel eens op de kant van ’t huus zou kunnen vallen. ‘Laten we dat eerst in orde maken’, zegt ie. En als da’ gebeurd is, verdween de katte door da’ gaatje [bit bij kat], da’s dat kleine deurtje in de schuurdeure, en die gaat de schuur in. Ze gaan verder met ’t afhakken van de wortel, ze beginnen te trekken waarna de boom in de gewenste richting valt en op dat ogenblik gaat de voordeur open en steekt vrouw Dilleman even d’r hoofd naar buten en dan met een harde slag de deur weer dicht te slaan. ‘Ja dan mag ik er zeker wel zeggen baas, da’ zwarte katje [was geen hommes] maar een goede raad! […] zolange hier op ’t [offel] werkt!’ [zegt ‘ie]. Maar zoveel was zeker meneer, me’ vrouw Dilleman kon niet voorzichtig genoeg wezen.