Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

INGEZONDENX19 - Rotterdamsch bijgeloof in de 17e eeuw

Een sage (internet), zaterdag 25 mei 2024

Hoofdtekst

Een vrouw uit Schiedam, wiens man op een oorlogsschip uit Rotterdam zat, kwam bij de vrouw van de kapitein vragen of ze nieuws had over het schip en de bemanning, omdat ze slechte geruchten had gehoord. De vrouw van de kapitein stelde haar gerust. Terwijl ze aan het praten waren, begon de dienstmeid vreemde gezichten te trekken, dus de vrouw uit Schiedam nam afscheid. De bazin vroeg aan de meid wat er aan de hand was. “Ach, wat zou er met me aan de hand zijn,” antwoordde ze, “die vrouw uit Schiedam heeft me betoverd.” Hierop rende de meid het huis uit en riep: “Help buren, help! Die vrouw uit Schiedam heeft mijn meid betoverd, help! help!” Een groep schurken en wat brouwersknechten kwamen tevoorschijn en gooiden de arme vrouw in de Leuvehaven. Na lang worstelen en woelen, greep de vrouw uiteindelijk een paal vast, wat de verdenking van hekserij nog meer versterkte. Een smid bedacht een beter idee: hij maakte snel een gloeiend ijzer klaar en zette dat op de knokkels van de vrouw, waardoor ze haar handen moest loslaten en dus jammerlijk verdronk.

Maar, zo gaat Van Spaan verder, ik hecht tegenwoordig net zoveel waarde aan verhalen over hekserij of spoken als aan een zak met bonen. Want het gebeurde in het jaar 1692 dat mijn buurman, die maar twee huizen van mijn deur woonde, zich in Delft had opgehangen en 's nachts begraven was. Hij zou (zo werd gezegd) op de kamer waar hij had gewoond, verschijnen. Dit werd bevestigd door de man en de vrouw die het benedenhuis bewoonden. Soms kwam hij de trap af en maakte veel lawaai. Nu was hij in de kist en dan weer in de kast. Kortom, dit vermeende spook maakte het zo bont dat het begon beneden bij de bakker te komen, waar het 's nachts de broodmanden, hekjes, koekjesplanken en alles wat maar in de weg of voor de schenen stond, door het woonhuis liet rinkelen dat het dreunde en daverde. Ja, het ging op het laatst zo ver, dat mijn buurman begon te praten dat er andere maatregelen genomen moesten worden of dat hij het er niet in zou kunnen houden. De huisbaas, Johan Haasbroek (je ziet, Van Spaan noemt man en paard), om deze onzin te stoppen, gaf de bakker toestemming om maatregelen te nemen om dit spoken te voorkomen. De bakker zocht dan een vrouw op, die blind hielp of anders gezegd met een helm geboren was. Deze vrouw zou de geest bezweren of vermanen. Maar toen het werk zou beginnen, durfde niemand op de genoemde vrouw te passen. Om een lang verhaal kort te maken (Van Spaan speelt hier echt niet de moedige, die zich op zijn moed beroemt), ik nam het met nog een ander aan. Er werd een flink vuur op de kamer aangelegd, tabak en schone pijpen en een pulletje goed bier verschaft en voor de vrouw een pimpeltje van een pint of anderhalf. En zo zaten we rond de haard te wachten op de geest. Mijn maat viel in slaap in plaats van te waken, dus zat ik hier alleen met de vrouw. Ik rookte zo nu en dan een pijpje en de duivel banster bobbelde eens uit haar flesje. We raakten aan de praat over geesten, spoken, verschijningen en andere duivelse zaken. Onder andere vertelde dit leugenachtige wijf wat voor geesten ze in haar leven al vermaand had; wat ze zeiden en hoe ze vaak 's nachts uit bed moest en van twaalf tot één uur gedwongen werd uit het raam te liggen en andere onzin. Ik vroeg haar wanneer de geesten verschenen of ze dan door een deur of iets anders kwamen. “Soms,” antwoordde de sluwe snor, "komen ze door de deur, soms door het plafond en ook wel door de schoorsteen, waarbij ze nu het een en dan het ander laten vallen. Hierop volgt een deel van de romp, evenals de armen en tenslotte de kop. Al deze stukken komen dan weer samen tot een volledig postuur of geest in menselijke gedaante. Zo zat ik met dit jeneverzwijn te kletsen tot de klok elf of half twaalf begon te slaan, toen ze met veel angstaanjagende dingen over geesten en duivels begon te vertellen, blijkbaar om me bang te maken of te laten vertrekken, en zeker was ze in haar opzet niet bedrogen: want ik begon bij mezelf te denken: Wel lieve Heer! Hier zit ik nu bij deze vrouw, ik heb het uit pure roekeloosheid ondernomen en als de geest nu eens komt, krijg ik zeker een schrik om mijn lijf die ik nooit zal vergeten of ik val misschien wel flauw. Ondertussen sloeg de klok twaalf, ik luisterde als een vink, het werd half een, maar het waren winden van een dood paard: er kwam niets. De vrouw ging soms in het donker naar de achterkamer om, zo gaf ze voor, te zien of de geest niet kwam; maar ik geloof dat ze iets anders deed dan naar de geest kijken. Ondertussen sloeg de klok vier uur en de dag brak aan; ik maakte me klaar om te vertrekken en liet de andere slaper zitten. Ik zei tegen de vrouw: “Nu oma, het moet je goed gaan; drink de zorgen om dat je je best zo goed gedaan hebt eens van je hart en trouw met je geest voor honderd en tien.” En zo raakte ik, zo besluit hij zijn verhaal, van deze vrouw af. In het jaar 1667 of 1677 heb je hier, zo vertelt hij dan verder, bij de Delftse poort nog een kramerij gehad van een meid die door haar moeder en een paar labbekakken van wijven gek werd gemaakt. Deze meid, soms geplaagd door opstijgingen, liep dan het schuim uit de mond. Kortom, ze was en moest betoverd zijn door een Menniste vrouw, die ik nog wel ken. Deze meid, zo werd voorgegeven, spuugde soms haver, vlas, visschubben, naalden, spelden, staarten enz. Ook loosde ze blauw lint, stukken lont, worstuiteinden en dotjes werk. Dit gerucht liep wel tien of twaalf weken. De moeder van de meid stierf, de labbekakken verstoven, de dochter knapte op en draagt haar lot tot op de dag van vandaag.

Onderwerp

SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.    SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   

SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste    SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   

Beschrijving

Verhalen over hekserij en spokerij. Een vermeende heks wordt in de haven gegooid en verdrinkt. Op een nacht wordt gewaakt om een geest te kunnen bannen, maar het spook verschijnt niet. een meisje spuugt voortdurend voor werpen uit en men meent dat ze betoverd is. Nadat de moeder overlijdt, geneest het meisje,

Bron

Ingezonden in de Volksverhalenbank

Commentaar

Artikel uit het Rotterdamsch Nieuwsblad van 31-12-1940. Gevonden via Delpher en omgezet naar modern Nederlands. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011002582:mpeg21:a0124

Naam Locatie in Tekst

Schiedam    Schiedam   

Leuvehaven    Leuvehaven   

Gerard van Spaan    Gerard van Spaan   

Delftse poort    Delftse poort   

Delft    Delft   

Plaats van Handelen

Rotterdam    Rotterdam