Hoofdtekst
Er loopt een olifant door de P.C. Hooftstraat in Amsterdam. Opeens blijft hij voor een juwelierzaak staan. Met zijn poot drukt hij de ruit in, zuigt met zijn slurf de hele etalage leeg en trekt een sprintje. Meteen gaat het alarm af.
Binnen korte tijd is de politie er. De straat wordt afgezet. Een agent vraagt of er getuigen waren.
"Ja," zegt een oud vrouwtje, "ik heb het gezien."
"Hebt u de dader gezien?" vraagt de agent.
"Ja," zegt de vrouw, "het was een olifant."
"Mooi zo," zegt de agent: "Als we hem met u confronteren, zou u hem dan herkennen?"
"Nee," zegt de vrouw.
"Nee?" vraagt de agent: "Waarom niet?"
Zegt de vrouw: "Hij had een nylonkous over z'n kop."
(RTL4, MOPPENTOPPERS, SEPT. - OKT. 1994)
Binnen korte tijd is de politie er. De straat wordt afgezet. Een agent vraagt of er getuigen waren.
"Ja," zegt een oud vrouwtje, "ik heb het gezien."
"Hebt u de dader gezien?" vraagt de agent.
"Ja," zegt de vrouw, "het was een olifant."
"Mooi zo," zegt de agent: "Als we hem met u confronteren, zou u hem dan herkennen?"
"Nee," zegt de vrouw.
"Nee?" vraagt de agent: "Waarom niet?"
Zegt de vrouw: "Hij had een nylonkous over z'n kop."
(RTL4, MOPPENTOPPERS, SEPT. - OKT. 1994)
Beschrijving
Een olifant slaat de ruit van een juwelier in, zuigt met zijn slurf de etalage leeg en ontkomt. Een oud vrouwtje meldt zich bij de politie als getuige, maar zij zou in een confrontatie de olifant niet herkennen, want hij had een nylonkous over zijn kop.
Bron
n.v.t. (RTL4, Moppentoppers, sept. - okt. 1994)
Commentaar
september - oktober 1994
Naam Locatie in Tekst
P.C. Hooftstraat   
Amsterdam   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:22