Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

ROODKAPJE113 - Het huis van Roodkapje's grootmoeder

Een sprookje (boek), 1893

Hoofdtekst

Roodkapje.
Daar waren eens een houthakker en zijn vrouw, die maar een dochtertje hadden. Het was een mooi lief meisje met zachte blauwe oogjes en goud blonde krulletjes; ze was nog zo jong, maar zoo handig, dat ze hare moeder al goed kon helpen. Ze kon zoomen, de varkentjes voederen, en ook karnen.
Op een dichtbijgelegen dorp woonde hare oude grootmoeder, die veel van haar hield, en die een mooi rood kapertje voor haar gemaakt had. Toen de buurvrouwen dat zagen, noemden ze haar allen Roodkapje.
Eens op een dag zeide hare moeder: "Oud grootmoedertje is ziek geweest. Zet eens gauw je kapje op, en breng haar deze wafeltjes, die ik voor haar gebakken heb, en dit potje versche boter."
Roodkapje had veel lust aan die prettige boodschap, en was al spoedig, met haar mandje aan den arm, in het bosch, dat tusschen de twee dorpen lag. Daar kwam ze een wolf tegen, die haar graag op wilde eten, doch dat durfde hij niet, omdat er dichtbij houthakkers waren. Hij vroeg zacht: "Wel, Roodkapje, waar ga jij naar toe?" Zij gaf hem heel beleefd antwoord: "Naar mijne grootmoeder, mijnheer de Wolf." "Waar woont die?" Zij zeide het hem, en vertelde dat de oude vrouw ziek was, en dat zij haar nu boter en wafeltjes zou brengen, die moeder voor haar gemaakt had. "Er zijn twee wegen door het bosch," sprak nu de wolf, "willen we eens een grapje doen? Gij gaat den eenen en ik den anderen weg, en wie er het eerst is heeft gewonnen." Hij wachtte niet op het antwoord, maar holde voort.
"Klop, klop," deed hij eenige oogeblikken later aan grootmoeders deur. "Wie is daar?" riep grootmoeder. "Ik ben het," antwoordde de wolf, met een fluweelzachte stem, "Roodkapje, uw kleindochtertje met boter en wafels." "Trek maar aan het touwtje, dan zal de deur wel opengaan," riep de oude vrouw, die te bed lag. Toen trok de wolf aan het touwtje. Open ging de deur. Hij sluipt naar binnen, eet de lieve oude zieke grootmoeder op, trekt gauw haar nachtjapon aan; zet haar mutsje op zijn wolvenkop, en kruipt lekker onder de warme dekens. Maar hij ging niet slapen, hij bleef luisteren of hij Roodkapje ook hoorde aankomen.
Zij treuzelde nog een beetje in het bosch, het was er zoo lekker koel, de vogels zongen zoo vroolijk, het beekje ruischte zoo gezellig, en alles zag er zoo prettig uit. Er waren ook een massa bloemen, en toen zij bedacht dat grootmoeder die niet kon zien, besloot zij een bouquet te plukken, en dat mede te nemen. Eindelijk begreep zij dat ze wat moest voortmaken, en stapte nu flink door, zoodat ze welhaast ook aan de deur kon kloppen.
"Ha, daar is zij," dacht de wolf, en riep net zooals hij het grootmoeder had hooren doen: "Trek maar aan het touwtje, dan zal de deur wel opengaan." Roodkapje deed dit, en stapte naar binnen. Zij keek naar het bed, maar zag niets, omdat de wolf zich verstopt had onder de dekens. "Dag, grootmoeder." "Zet je mandje maar op tafel, en kom spoedig bij mij in bed." "Wat heeft grootmoeder een harde stem," dacht Roodkapje, "doch dat komt zeker van de ziekte," zeide zij zachtjes, de haar manteltje en kap af, en stapte in bed. Daar zag zij een paar harige armen, en werd bang. "Grootmoeder, grootmoeder," zeide zij, "wat heeft u lange armen." "Zooveel te beter om er je mede te kunnen dragen," luidde het antwoord. Wat klonk die stem vreemd! Roodkapje zag een paar groote ooren, en zeide angstig: "O grootmoeder, grootmoeder, wat heeft u lange ooren." "Om er zooveel te beter mede te kunnen hooren." zeide de wolf. "En wat zijn uwe oogen groot, grootmoeder." "Zoveel te beter kan ik je zien." "Grootmoeder, grootmoeder, wat groote tanden zie ik." "Daar kan ik je mee opeten," zeide de wolf, sprong overeind en wilde Roodkapje opeten, maar gelukkig kwamen nog juist bij tijds de houthakkers binnen met hunne bijlen. Zij hadden den wolf zien binnen gaan, en sloegen hem nu spoedig morsdood, terwijl ze Roodkapje in veiligheid terugbrachten bij hare moeder.

Onderwerp

ATU 0333 - Little Red Riding Hood    ATU 0333 - Little Red Riding Hood   

AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)    AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)   

Beschrijving

Beschrijnving van uiterlijk en karakter Roodkapje. Onderweg naar zieke grootmoeder vertelt ze de wolf waar ze naar toe gaat. Terwijl de wolf regelrecht naar grootmoeder's huis gaat, plukt Roodkapje bloemen. De wolf klopt aan, doet de stem van Roodkapje na, mag binnenkomen, eet grootmoeder op, trekt haar nachtjapon aan en gaat in bed liggen. Roodkapje verbaast zich over de harde stem, lange armen en oren, grote ogen en tanden, waarop de wolf Roodkapje wil pakken. Op dat moment komen houthakkers binnen die de wolf doodslaan. Ze brengen Roodkapje naar huis.

Bron

Agatha [pseud. van Reinoudina de Goeje]. Het huis van Roodkapje's grootmoeder. Amsterdam: Robbers, [1893]
KB: NBM Mfe 9851
Collectie Roodkapje/Karsdorp

Motief

K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.    K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.   

B211.2.4 - Speaking wolf.    B211.2.4 - Speaking wolf.   

Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.    Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.   

Naam Overig in Tekst

Roodkapje    Roodkapje   

Datum Invoer

2019-02-21