Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

ROODKAPJE117 - Roodkapje

Een sprookje (boek), 1982

Hoofdtekst

Er was eens een mooi klein meisje, dat zo vrolijk en lief was dat iedereen van haar hield. Ze had van haar grootmoeder een mooi roodfluwelen jurkje met een rood kapje gekregen. En het jurkje stond haar zo goed dat ze het elke dag droeg. Daarom werd ze Roodkapje genoemd.
Op zekere dag riep haar moeder haar bij zich. “Roodkapje, ik moet je iets belangrijks zeggen.” “Hier ben ik, moeder, wat is er?” “Grootmoeder is erg ziek. Wil jij met deze mand naar haar toe gaan ?” “Er zitten allemaal lekkere dingen in. Maar blijf onderweg niet treuzelen en zorg dat je voor donker weer thuis bent.” Roodkapjes huis stond aan de rand van het dorp. Maar haar grootmoeder woonde in het bos en dat was wel een half uur lopen.
Roodkapje stapte stevig door en hield het mandje dicht tegen zich aan. Ze mocht het niet laten vallen, want er zat een fles wijn in, eieren, een brood, en een mooie rode appel die moeder net geplukt had. Ze ging graag naar grootmoeder.
“Dag, Roodkapje, waar ga je heen,” vroeg een vriendelijke boer. “Ik ga naar grootmoeder. Ze is ziek ik ga haar dit mandje vol lekkere dingen brengen.”
Roodkapje liep verder. Vogels zongen in het bos en insecten gonsden rond de bloemen. Maar het meisje stopte niet, want ze wilde zo gauw mogelijk bij grootmoeder zijn.
Van achter een boom zag de wolf haar aankomen. Roodkapje bukte zich net om een bloem te bewonderen, maar liep toen snel weer door. “Wat ziet ze er mooi en mollig uit,” dacht de wolf likkebaardend. “Waar zou ze naartoe gaan ?”
“Dag, Roodkapje. Waar ga je heen ?” “Ik ga naar grootmoeder. Ze is ziek,” antwoordde Roodkapje. “En waar woont je grootmoeder?” “In het huisje in het bos.” Ik zorg dat ik er vóór haar ben, dacht de wolf. Toen zei hij hardop : “Waarom pluk je niet wat bloemetjes voor haar?” “Ja, dat doe ik!” juichte Roodkapje. Nu moest ze wel even treuzelen. Ze plukte een lief boeketje. “Wat zijn ze mooi en wat ruiken ze lekker !... O! Wat een prachtige vlinder! Waar vliegt die heen ? Nee, ik mag niet achter hem aan gaan. Ik moet weer verder.”
Intussen had de wolf geen minuutje verloren. Als een haas was hij naar grootmoeders huisje gelopen, hij begon gemeen te lachen. “Haha, voorlopig ben je hier nog niet, Roodkapje !”
Tok Tok Tok “Wie is daar?” vroeg grootmoeder met zwakke stem. “Ik ben Roodkapje,” antwoordde de wolf. “Licht de klink maar op en kom maar binnen,” zei grootmoeder. “Ik ben te zwak om zelf open te doen.” En zonder dralen liep de wolf het huisje binnen. De arme grootmoeder zag zo wit als een doek. Ze was flink ziek. Maar dat kon de wolf niets schelen. In één hap slokte hij haar naar binnen. Als de weerlicht trok hij haar nachtpon aan. Als zijn plan wilde lukken, moest hij opschieten. Roodkapje zou zo komen. Snel dook de wolf grootmoeders bed in.
Tok Tok Tok “Wie is daar?” “Uw kleindochtertje, Roodkapje.” “Licht de klink maar op,” antwoordde de wolf. Hij deed grootmoeders stem na. “Ik ben te zwak om zelf open te doen.” Lachend kwam Roodkapje binnen. Maar aan het voeteneind van het bed bleef ze pardoes staan... “O, Grootmoeder, wat heb je grote handen!” stamelde ze. “Dat is om je beter te kunnen omhelzen, mijn kind.” “En wat heb je grote ogen!” “Dat is om je beter te kunnen zien, mijn kind.” “En wat heb je een grote mond !…” “Meen je dat ? Dat is om je beter op te kunnen eten !” En meteen sprong de wolf op het meisje en verslond haar in één hap. Verzadigd en voldaan ging hij toen op bed liggen en viel in slaap.
Gelukkig kwam er een jager langs. Uit het huisje klonk een verschrikkelijk gesnurk. “Zoveel lawaai kan een lief oud vrouwtje nooit maken,” dacht de jager. Hij rende naar het venster en zag de wolf, waar hij al een paar dagen op jaagde. “Nu ontsnap je me niet meer,” mompelde hij. Hij legde aan en schoot! Met zijn mes sneed hij de buik van de wolf open. En wie schetst zijn verbazing toen hij daar de grootmoeder en het meisje levend en wel aantrof?
De mensen uit het dorp waren dolblij dat ze van de wolf verlost waren. Ze gaven een groot feest ter ere van Roodkapje die weer terug was, en van de dappere jager. Maar terwijl iedereen aan het eten en drinken was, liep Roodkapje snel naar huis. Want als je zo bang bent geweest, waar ben je dan liever dan in de armen van je moeder?

Onderwerp

ATU 0333 - Little Red Riding Hood    ATU 0333 - Little Red Riding Hood   

AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)    AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)   

Beschrijving

Roodkapje gaat naar grootmoeder die ziek is, en ondanks de waarschuwing niet te treuzelen laat ze zich door de wolf verleiden bloemen te plukken. Ze heeft hem al verteld dat naar grootmoeder gaat en waar ze woont. De wolf gaat naar grootmoeder's huis, klopt aan, doet de stem van Roodkapje na, eet haar na binnenkomst op, gaat in haar nachtjapon in bed liggen. Roodkapje is verbaasd over de grote ogen, oren en mond van grootmoeder, waarop de wolf haar opeet. De wolf valt in slaap, snurkt zo hard dat een jager gaat kijken, hem dood schiet, zijn buik opensnijdt waar Roodkapje en grootmoeder uit stappen. Feest ter ere van Roodkapje en de jager.

Bron

Roodkapje. [Dronten]: Casterman, 1982
KB: VC 337 17-1
Collectie Roordkapje/Karsdorp

Motief

B211.2.4 - Speaking wolf.    B211.2.4 - Speaking wolf.   

J21.5 - ”Do not leave the highway“:    J21.5 - ”Do not leave the highway“:   

K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.    K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.   

Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.    Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.   

Commentaar

Naar Grimm
Ills Roberto Molino
Oorspr. uitg. Milano: Sorgente

Naam Overig in Tekst

Roodkapje    Roodkapje   

Datum Invoer

2019-02-21