Hoofdtekst
Haar moeke had haar aangeraden:
"Kind, loop nu niet langs vreemde paden;
Speel niet, doch wandel steeds recht door,
En leen aan geen gepraat het oor".
Roodkapje bracht naar opoe eten,
Dra was zij moeders raad vergeten;
Toen, sprak een wolf haar listig aan:
"Vertel eens, waar ga je heen wilt gaan"?
Van 't bloemen plukken, Vlinders vangen,
Kreeg 't lieve kind hoogroode wangen.
Haar voetjes tripten op het mos;
Zoo bleef zij uren lang in 't bosch.
En haastig op zijn eigen houtje,
Rende de wolf naar 't zieke vrouwtje;
Hij dacht: "Ik ben er vóór Roodkapje;
Allicht snap ik een lekker hapje".
Toen grootje driemaal hoorde kloppen,
Dacht zij: "Roodkapje wil me foppen."
"Trek aan het touwtje"! riep ze luid,
Dan gaat de deur wel open, guit"!
Toen heeft de wolf met sterke pooten,
Opeens de huisdeur los gestooten.
Snel, at hij 't arme vrouwtje op;
En, zette heur nachtmuts op zijn kop.
Toen eindelijk het kind zich meldde,
En zacht aan opoe's voordeur schelde,
Riep luid de wolf met zwak geluid:
"Kom binnen, 'k kan mijn bed niet uit!"
En met een vroolijk, lachend snuitje,
Stapte naar binnen, 't aardig guitje.
Ze schrikte, toen ze eensklaps zag,
Het hoofd dat op de kussens lag.
Ze sprak: "Wat hebt U scherpe tanden!
En klauwen in de plaats van handen"!
De wolf sprong op, en, in één hapje
Verzwolg hij eveneens Roodkapje.
Thans, zit het ondier lui en traag,
Met de familie in zijn maag.
Zoo gaat het, als een kind niet luistert,
Wat moeke haar in 't oortje fluistert.
"Kind, loop nu niet langs vreemde paden;
Speel niet, doch wandel steeds recht door,
En leen aan geen gepraat het oor".
Roodkapje bracht naar opoe eten,
Dra was zij moeders raad vergeten;
Toen, sprak een wolf haar listig aan:
"Vertel eens, waar ga je heen wilt gaan"?
Van 't bloemen plukken, Vlinders vangen,
Kreeg 't lieve kind hoogroode wangen.
Haar voetjes tripten op het mos;
Zoo bleef zij uren lang in 't bosch.
En haastig op zijn eigen houtje,
Rende de wolf naar 't zieke vrouwtje;
Hij dacht: "Ik ben er vóór Roodkapje;
Allicht snap ik een lekker hapje".
Toen grootje driemaal hoorde kloppen,
Dacht zij: "Roodkapje wil me foppen."
"Trek aan het touwtje"! riep ze luid,
Dan gaat de deur wel open, guit"!
Toen heeft de wolf met sterke pooten,
Opeens de huisdeur los gestooten.
Snel, at hij 't arme vrouwtje op;
En, zette heur nachtmuts op zijn kop.
Toen eindelijk het kind zich meldde,
En zacht aan opoe's voordeur schelde,
Riep luid de wolf met zwak geluid:
"Kom binnen, 'k kan mijn bed niet uit!"
En met een vroolijk, lachend snuitje,
Stapte naar binnen, 't aardig guitje.
Ze schrikte, toen ze eensklaps zag,
Het hoofd dat op de kussens lag.
Ze sprak: "Wat hebt U scherpe tanden!
En klauwen in de plaats van handen"!
De wolf sprong op, en, in één hapje
Verzwolg hij eveneens Roodkapje.
Thans, zit het ondier lui en traag,
Met de familie in zijn maag.
Zoo gaat het, als een kind niet luistert,
Wat moeke haar in 't oortje fluistert.
Onderwerp
ATU 0333 - Little Red Riding Hood   
AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)   
Beschrijving
Ondanks de waarschuwing van moeder dwaalt Roodkapje in het bos rond, spreekt met de wolf, die naar grootmoeders huis gaat, haar opeet en in bed gaat liggen. Roodkapje schrikt van de scherpe tanden en handen als klauwen, waarop de wolf haar opeet. Dat is de les voor kinderen die niet naar hun moeder luisteren.
Bron
Tante Marie. Roodkapje. [S.l.]: [s.n.], [192-?]
KB: KW XKR 1949
Collectie Roodkapje/Karsdorp
KB: KW XKR 1949
Collectie Roodkapje/Karsdorp
Motief
B211.2.4 - Speaking wolf.   
J21.5 - ”Do not leave the highway“:   
K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.   
Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.   
Commentaar
Naar Charles Perrault
Naam Overig in Tekst
Roodkapje   
Datum Invoer
2019-02-28