Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

ESOPET11

Een sprookje (), 13e eeuw

Hoofdtekst

Een esel sach .i. euerswijn
god houdi lieue broeder mijn
die esel loech ende hilt sijn sceren
dan mochte den euer niet ghederen
dat everswijn sweech ende hadt ommare
230 ende voer of hem no weders en ware
het ware seit hi grote scande
bewuldic hier an mine tande
selc hout met andren sijn sceren
waer hi vroet hi souts ontberen
235 dit fauelkijn leert ons nochtan
verdraghen enen dullen man

Beschrijving

Een ezel lacht een everzwijn uit en noemt hem zijn broeder. Het everzwijn doet net alsof hij niets merkt. Een wijs mens kan het beste maar geen aandacht schenken aan domme praat van een dwaas.

Bron

handschrift UB Leiden Ltk. 191 (95r-103v)

Commentaar

13e eeuw
Voor een teksteditie zie Esopet. Ed. G. Stuiveling. Amsterdam 1965. Deel 2.
Zie ook: J.A. Schippers, Middelnederlandse fabels: studie van het genre, beschrijving van collecties, catalogus van afzonderlijke fabels. Nijmegen 1995. nr. 103. Ezel begroet leeuw (everzwijn).
Brigitte Derendorf, `Anmerkungen zum mittelniederländischen Esopet'. In: R. Damme e.a. (red.), Franco-Saxonica. Münstersche Studien zur niederländischen und niederdeutschen Philologie. Jan Goossens zum 60. Geburtstag. Neumünster 1990. p. 285-308.

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21