Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

ROODKAPJE170 - Roodkapje

Een sprookje (boek), 1976

Hoofdtekst

In een schilderachtig dorpje, ergens in de heuvels, woonde een klein meisje. Ze was vrolijk. Ze was lief en vriendelijk en iedereen hield van haar. Haar grootmoeder had een mooi, rood jurkje voor het meisje gemaakt. En een rode kap van zacht fluweel. Het meisje was er erg blij mee en droeg het elke dag.
Van toen af noemden de mensen in het dorp haar Roodkapje.
Op een keer riep haar moeder: Kom eens hier, Roodkapje. Ik heb je nodig. Je moet iets voor me doen.
-- Hier ben ik al ? Wat wil je dat ik doe ?
-- Je moet naar grootmoeder toe. Ze is erg ziek. Zie je dit mandje ? Het zit vol lekkere dingen. Breng het gauw naar grootmoeder, kind. Maar verlies geen tijd onderweg. Zorg dat je terug bent voor het donker wordt. Blijf niet spelen op straat, Roodkapje. En praat vooral niet met onbekenden.
Het huis waar Roodkapje woonde, lag in de hoofdstraat van het dorp. Grootmoeder woonde helemaal aan de andere kant van het bos. In een klein, gezellig huisje. Roodkapje pakte het mandje en ze lette goed op om het niet te laten vallen.
-- Ik zal erg goed oppassen, beloofde ze.
Ze huppelde weg en ze wuifde naar haar moeder.
-- Daaaâg! Tot straks hoor!
Onderweg dacht Roodkapje steeds aan wat moeder gezegd had. Ze vond het heerlijk om naar grootmoeder te gaan. Ze vond het fijn om haar allerlei lekkere dingen te brengen. In het korfje zaten een kruik zoete appelwijn en grote, verse eieren... En een paar malse, ronde kranskoeken met boter en suiker en fijne amandeltjes. Er zaten ook tomaatjes en peren in het mandje. En lekkere, rode appeltjes.
-- Hallo, Roodkapje! lachte boer Hannes. Waar ga je zo vroeg heen, Roodkapje?
-- Ik ga bij m'n grootmoeder op bezoek, Hannes, zei Roodkapje. Ik breng haar een hoop lekkere dingen. Eieren en koeken en zo!
Roodkapje liep door. In het bos zongen de vogels. En overal bloeiden mooie, kleurige bloemen. Roodkapje dacht aan wat ze thuis beloofd had, en ze stapte flink door. Ze wilde niet treuzelen onderweg. Ze wilde geen bloemen plukken en ze wilde ook niet blijven spelen. Ze wilde zo vlug mogelijk bij grootmoeder zijn.
Achter een dikke boom zat de wolf. Hij zag het meisje aankomen en likkebaardde. Nou, dacht de dikke, boze wolf. Ze ziet er best mals en smakelijk uit!
Eén enkel bloemetje mag ik toch wel meenemen, dacht Roodkapje. Grootmoeder zal er vast blij mee zijn. Ze plukte een bosviooltje. Toen kwam de wolf achter de boom vandaan.
-- Hallo, Roodkapje, zei hij. Waar ga je naar toe ?
-- Ik ga naar grootje. Ze is ziek.
-- Waar woont jouw grootje, Roodkapje ?
-- In het kleine huisje aan de andere kant van het bos.
De wolf watertandde.
-- Wacht maar.., daar ben ik vast eerder dan jij, dacht hij.
-- Waarom pluk je niet een hele ruiker voor je grootmoeder ? vroeg hij liefjes.
-- Goed idee ! Grootmoeder houdt erg veel van bloemen.
En ze plukte een mooie ruiker voor haar zieke grootmoeder. Wat geuren ze toch heerlijk ? En wat zijn ze mooi blauw ? Kijk eens ! Een vlindertje. Dat is net zo blauw als de bloemetjes. Waar ga je heen, vlindertje ? Nee, ik mag niet achter je aan. Ik moet naar grootje ?
Ondertussen liep de wolf langs een smal binnenpaadje naar het kleine huisje aan de andere kant van het bos. Hij wilde geen tijd verliezen.
-- Roodkapje is er nog niet, zei hij toen hij er aankwam.
Zachtjes klopte hij op de deur.
-- Wie is daar ? vroeg grootmoeder zwakjes.
-- Het is Roodkapje, jokte de wolf.
-- Duw maar tegen de klink, zei grootmoeder. Ik ben te zwak om open te maken.
Dat liet de wolf zich geen twee keer zeggen. Heel stil sloop hij naar binnen. Grootmoeder zag er erg ziek uit. Maar daar trok de boze wolf zich niets van aan. Hij sprong op haar toe en hapte haar in één keer naar binnen. Hij hoorde Roodkapje komen. Vliegensvlug kroop hij in bed.
-- Wacht maar, meisje, ik krijg jou wel, dacht de gemene wolf.
Roodkapje klopte op de deur. Duw maar tegen de klink, zei de wolf en hij probeerde om net zo zacht te praten als grootmoeder. Ik ben te zwak om open te maken, liefde. Roodkapje stapte naar binnen. Vrolijk huppelde ze tot bij het bed van grootmoeder. Ze aarzelde. Grootmoeder zag er een beetje vreemd uit vandaag, vond ze.
-- Hee, grootmoeder, waarom heb je zulke grote handen ? vroeg ze onzeker.
-- Om je beter te kunnen knuffelen, zei de wolf met zachte stem.
-- En je hebt ook zulke vreemde, grote ogen, grootmoeder !
-- Dan kan ik je beter bekijken, liefje.
-- En je mond is zo ontzettend groot...
-- Vind je? vroeg de valse grootmoeder, en de wolf sperde zijn muil heel wijd open.
-- Nou dan kan ik je toch in één keer opeten !
Met één sprong was de wolf uit bed. Gulzig slokte hij Roodkapje naar binnen. Maar toen was hij zo voldaan, en zo moe, dat hij languit op bed in slaap viel.
Gelukkig kwam net op dat ogenblik de beste jager van het hele land voorbij. Wat hoor ik toch ? vroeg hij verwonderd. Uit het huisje van grootmoeder klonk een vreemd lawaai. Zo hard kan de oude dame toch niet liggen snurken, dacht de beste jager van het land en hij keek nieuwsgierig naar binnen. Daar, op het bed van grootmoeder lag de vette wolf te ronken.
-- Nou, zei de beste jager van het hele land. Dit keer ontsnap je me niet, dom beest!
Hij schoot de wolf meteen dood ! En toen kwamen Roodkapje en grootmoeder te voorschijn. Nou ja, de beste jager van het hele land keek wel raar op, natuurlijk.
Toen de mensen in het dorp hoorden wat Roodkapje overkomen was, waren ze zo ontzettend blij dat het allemaal goed afgelopen was, dat ze gingen dansen van vreugde. En de jager kreeg een pluimpje omdat hij de wolf doodgeschoten had.
De hele verdere dag werd er druk feest gevierd op het dorpsplein. Er werd gelachen en gezongen en iedereen kwam naar de dode wolf kijken. En Roodkapje ? Roodkapje sloop stilletjes weg. Zonder dat iemand het merkte. Ze holde naar huis en vloog lachend in de armen van haar moeder. Na het vreemde avontuur voelde ze zich daar pas weer veilig!

Onderwerp

ATU 0333 - Little Red Riding Hood    ATU 0333 - Little Red Riding Hood   

AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)    AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)   

Beschrijving

Moeder waarschuwt Roodkapje om onderweg naar grootmoeder niet te treuzelen en niet met vreemden te praten. In het bos plukt Roodkapje toch bloemen, komt een wolf tegen en vertelt dat ze naar grootmoeder gaat en waar ze woont. De wolf is als eerste bij grootmoeders huis, klopt aan, doet de stem van Roodkapje na, mag binnenkomen, eet grootmoeder op en gaat in bed liggen. Als Roodkapje aanklopt doet de wolf grootmoeder na, Roodkapje verbaast zich over de handen, ogen en mond van grootmoeder, waarop de wolf haar opeet. Een jager hoort luid snurken, gaat kijken, vindt de wolf, schiet hem dood, waarop Roodkapje en grootmoeder tevoorschijn komen. In het dorp wordt feest gevierd, maar Roodkapje gaat naar moeder.

Bron

Gerda van Cleemput. Roodkapje. Haarlem [etc.]: Gottmer [etc.], 1976
KB: FF 1976 40005
Collectie Roodkapje/Karsdorp

Motief

K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.    K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.   

B211.2.4 - Speaking wolf.    B211.2.4 - Speaking wolf.   

J21.5 - ”Do not leave the highway“:    J21.5 - ”Do not leave the highway“:   

Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.    Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.   

Commentaar

Naar de Gebroeders Grimm
Ills Roberto Molino
Oorspr. uitg. Milano: La Sorgente, 1974

Naam Overig in Tekst

Roodkapje    Roodkapje   

Hannes    Hannes   

Datum Invoer

2019-06-20