Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

KOOIJMAN2289

Een sage (mondeling), zaterdag 23 november 1963

Hoofdtekst

Dat was die zelfde man die droeg een rooie pruik. Hij dronk veel jenever, hij woonde eenzaam in een donker weggetje. Toen had hij op een avond zoveel gedronken, dat hij de weg niet had gehouden en in de sloot viel. Die man ging tekeer en op zijn geroep kwamen een paar mannen naar hem toe. Ze zagen net zijn rode haren, ze trokken ermee en toen hielden ze de pruik in hun handen. Maar het was zo donker, ze dachten dat het zijn hoofd was. Ze gooiden de pruik weg en liepen er vandoor. Toen ze daar weg waren, hoorden ze nog roepen. Toen zijn ze meer mensen wezen halen. En ze vertelden: "We hebben de kop in onze handen gehouwen en hij leeft nog".

Beschrijving

Een man met rode pruik had op een avond zoveel gedronken, dat hij de weg niet had gehouden en in de sloot viel. Die man ging tekeer en op zijn geroep kwamen een paar mannen naar hem toe. Ze zagen net zijn rode haren, ze trokken ermee en toen hielden ze de pruik in hun handen. Maar het was zo donker, ze dachten dat het zijn hoofd was. Ze gooiden de pruik weg en liepen er vandoor. Toen ze daar weg waren, hoorden ze nog roepen. Toen zijn ze meer mensen wezen halen. En ze vertelden: "We hebben de kop in onze handen gehouwen en hij leeft nog".

Bron

Kooijman, Henk: Volksverhalen uit het grensgebied van Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant. Amsterdam 1988. p. 307.