Hoofdtekst
Dat moet ongeveer 1892 geweest zijn. Er was een brand en dat huis stond juist tegenover een boerderij. Het was een boerderij en een herberg. De wind was op die boerderij aan en die boer riep daarom de pastoor om de wind te laten draaien. En die boer had geluk. Want de wind was zo vriendelijk om een andere richting te nemen en z'n boeltje bleef staan.
Onderwerp
TM 3116 - Persoon kan de wind draaien   
Beschrijving
Er was een brand en dat huis stond juist tegenover een boerderij. De wind was op die boerderij aan en die boer riep daarom de pastoor om de wind te laten draaien. En die boer had geluk. Want de wind was zo vriendelijk om een andere richting te nemen en z'n boeltje bleef staan.
Bron
Kooijman, Henk: Volksverhalen uit het grensgebied van Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant. Amsterdam 1988. p. 329-330.