Hoofdtekst
In het begin van November liepen kinderen langs de straat en schelden aan de huizen aan. Als de deur geopend werd, hieven zij onderstaand gezang aan in de hoop op een gift.
Sinter Maarte wat is 't koud.
Geef een turrefie, of een hout.
Of een vullesvaatje ;
Dan ben je me beste maatje.
Hooi is de mooi,
En hei in de mei
Vandaag is 't Sinter Maarte
En morgen Sinter Kruk.
Wij zijn zoete kindertjes,
En lusten graag een stuk.
Hier woont een rijk man,
Die veel geve kan.
Veel zal hij geve ;
Gelukkig zal hij leve ;
Zalig zal hij sterreve ;
De hemel zal hij erreve.
God zal hem loone
Met honderdduizend kroone,
Met honderdduizend rokkies an.
Daar komt Sinter Maarten an.
Sinter Maarte wat is 't koud.
Geef een turrefie, of een hout.
Of een vullesvaatje ;
Dan ben je me beste maatje.
Hooi is de mooi,
En hei in de mei
Vandaag is 't Sinter Maarte
En morgen Sinter Kruk.
Wij zijn zoete kindertjes,
En lusten graag een stuk.
Hier woont een rijk man,
Die veel geve kan.
Veel zal hij geve ;
Gelukkig zal hij leve ;
Zalig zal hij sterreve ;
De hemel zal hij erreve.
God zal hem loone
Met honderdduizend kroone,
Met honderdduizend rokkies an.
Daar komt Sinter Maarten an.
Beschrijving
Lied dat op Sint Maarten gezongen werd.
Bron
Legenden langs de Noordzee/ S. Franke. - Zutphen: W.J. Thieme & Cie, 1934, p.151-152.
Commentaar
Bijeengebracht door Dr. H.C. Prinsen Geerlings
Naam Overig in Tekst
St. Maarten