Hoofdtekst
HET KLEINE VOGELTJE
Op Marken was een jongen die bij zijn meisje aan het bed zat en in die nacht zei ze: "Ik krijg opeens zo'n slaap" en ze sliep in. Toen dacht hij: "Ik zal een doekje over d'r gezicht leggen", want het was nogal koud, 't was winter. Na een poosje kwam er een klein vogeltje aangevlogen, dat als maar om haar heen vloog en toen de jongen het doekje weghaalde, vloog het vogeltje in haar open mond en meteen ontwaakte ze. Toen begreep hij dat zijn vrijster een kol (heks) was en hij zei: "Nou wil ik je groeten. Ik moet je niet meer."
Op Marken was een jongen die bij zijn meisje aan het bed zat en in die nacht zei ze: "Ik krijg opeens zo'n slaap" en ze sliep in. Toen dacht hij: "Ik zal een doekje over d'r gezicht leggen", want het was nogal koud, 't was winter. Na een poosje kwam er een klein vogeltje aangevlogen, dat als maar om haar heen vloog en toen de jongen het doekje weghaalde, vloog het vogeltje in haar open mond en meteen ontwaakte ze. Toen begreep hij dat zijn vrijster een kol (heks) was en hij zei: "Nou wil ik je groeten. Ik moet je niet meer."
Onderwerp
SINSAG 0591 - Die Seele der Hexe verlässt den Körper in Tiergestalt (als Lichtlein)
  
Beschrijving
Een jongen zit bij zijn meisje aan bed. Het meisje wordt zo moe dat ze in slaap valt. De jongen legt een doekje over haar gezicht omdat het nogal koud is. Na een poosje komt een vogel aangevlogen die om haar heen blijft vliegen. De jongen haalt het doekje weg en de vogel vliegt in de mond van het meisje. Meteen wordt ze wakker. De jongen begrijpt dat ze een kol is, en hij wil haar niet meer.
Bron
J.R.W. Sinninghe: Spokerijen in de Zaanstreek en Waterland. Zaltbommel 1975, p.52
Commentaar
Die Seele der Hexe verlässt den Körper in Tiergestalt
Naam Locatie in Tekst
Marken   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20