Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

KROSENBRINK00809d

Een sage (mondeling), van dinsdag 29 mei 1962 t/m donderdag 07 juni 1962

Hoofdtekst

Met zienen kammeraod was e is ne keare in Grolle en zee zetten zich in un kaffee. Daor wazzen ok twee Grolse jonges en dee prebearn eurleu altied op de tene te treane zoas ze an ut taöfelken zatten. Dee jonges dansen der veurbi’j en ut zal wal karmisse wezzen ewes. Zienen kammeraod dachte nog: Ongelukkug den jonge wel ut lukket umme um op de tene te treane. Ton kump ene van de beide jonges op um af en göf Nikolaos ne plear an ut gezichte. Zo doo wi’j dat met de boern, zea te. Maor Nikolaos pakken um en zienen maort achter bi’j ut kruus van de bokse en stot ze un paar keare naor bovven met ut heufd teggen den zolder. Ton smeet ze ze doo, beide deur un raam naor boeten hen. Hee vroog an den kastelein: I’j hooft niks te betaalne. En a’j wilt, dan koj aw wear dansen hebt, hier wal kommen en ne riksdaalder verdenen. I’j hebt vri’j drinken, a’j allene de ruziemakers der maor oet smiet.

Beschrijving

Met zijn kameraad was hij een keer in Grolle in een café. Daar waren twee Grolse jongens die altijd probeerden hen op hun tenen te trappen als ze aan het tafeltje zaten. Zijn kameraad dacht nog: de jongen die het lukt op zijn tenen te trappen zal daar daarna niet gelukkig zijn. Toen kwam een van de jongens op hem af en gaf Nikolaos een klap in zijn gezicht. Nikolaos pakte hem bij zijn broek en stootte hem met zijn hoofd tegen het plafond. Toen smeet hij hen door een raam naar buiten. Hij hoefde niets te betalen en mocht komen werken als hij wilde. Hij mocht dan vrij drinken als hij de ruziemakers naar buiten smeet.

Bron

Corpus Krosenbrink, verslag 8, verhaal 9d (archief Meertens Instituut)

Naam Overig in Tekst

Nikolaos    Nikolaos   

Naam Locatie in Tekst

Groenlo    Groenlo