Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

KROSENBRINK00810

Een sage (mondeling), van dinsdag 29 mei 1962 t/m donderdag 07 juni 1962

Hoofdtekst

At ow grotvader of ovvergrotvader argens neet earluk an ekommene is, dan kom i’j der wal wear af. In Halle vri’jen ne jonge met de dochter van ne groten boer. En hee kreeg ut zo wied, dat ze geld zetten op zienen name. Maor ton hee ut geld binnen had, maken hee ut oet. Umzelf is ut wal good egaone der met, maor zienen kleinzönne is ter net zo wear afekommene.
In Zuwwent was ter ok ene en den ging met ne dearne waor de olders van estorvene wazzen. Oet armood mosten ze ut hele spil verkopen. Maor hee zea: Verkoop ut an mi’j, dan heb de andere kindere altied nog een huuskommen bi’j uns. In eur eldershoes. Hee kreeg twaalf bunder veur umsgevear f 9000,-. Dat was wal dreedoezend onder de pries. Maor ton hee alles ekoft hadde, maken hee ut oet. Um is ut wal good egaone, maor van ziene kindere geet ut sommugen bedreufd slech.

Beschrijving

Als je grootvader of overgrootvader ergens niet eerlijk aan gekomen is, dan kom je er wel weer vanaf. In Halle had een jongen verkering met de dochter van een grote boer. En hij kreeg ze zo ver geld op zijn naam te zetten. Toen hij het geld binnen had, maakte hij het uit. Hij had er geen last van, maar zijn kleinzoon is er niet zo makkelijk van afgekomen. In Zieuwent was er ook zo een, die ging met een meisje waarvan de ouders overleden waren. Uit armoede moesten ze alles verkopen. Maar hij zei: verkoop het aan mij, dan hebben de andere kinderen altijd een thuis bij ons in het ouderlijk huis. Hij kreeg twaalf hectare voor 9000 gulden. Dat was drieduizend onder de prijs. Toen hij alles gekocht had, maakte hij het uit. Hij had er geen last van, maar met sommigen van zijn kinderen gaat het soms heel slecht.

Bron

Corpus Krosenbrink, verslag 8, verhaal 10 (archief Meertens Instituut)

Naam Locatie in Tekst

Halle, Zieuwent    Halle, Zieuwent