VODA_024_05

Meester Rijken, m’n vader zaliger, heeft het volgende verhaal genoteerd over de klok van Steensel.
In de toren van Steensel hangt een van de grootste en welluidendste klokken van de ganse streek. Ze heeft een middellijn van 1.43 meter en weegt ongeveer 3000 pond. Ze is gegoten in het jaar 1495 door Wouter Kaeiwas die te Hoogeloon woonde, want het opschrift luidt:
"Wouter Kaeiwas heeft mij gemaakt in het jaar 1495. Doen waren kerkmeester Peter van den Bersse en Dierk Verdonk."
Men zegt dat in vroeger eeuwen Steensel twee klokken had en dat de andere nog zwaarder was dan deze. De verdwenen klok zou door de Fransen in 1688, toen ze Steensel gans in brand hebben gestoken, geroofd zijn. Maar anderen zeggen dat ze hangt in de basiliek van Sint Jan te ’s-Hertogenbosch.
Maar een oud manneken, Martinus Vermeulen, die wist het beter. “Die oude klok,” zei hij: “die is geroofd door d’n duivel.” Want die klok was niet gedoopt en over ongedoopte klokken heeft de duivel alle macht. En zo vloog Joost, de duivel, op zekere nacht naar Steensel en haalde deze klok uit de toren. Maar door de zwaarte liet hij ze vallen in de akkers tussen Veldhoven en Zittard, de Zoe (?) genaamd, in de zogenaamde Klokkuil of Duivelskolk. In de kerstnacht om twaalf uur luidt ze daar nog. Dan wordt tevens door de moeder van de duivel een vuur in de kolk aangelegd en gestookt met klauwen van bokspoten. En bij dat vuur droogt ze de hemdjes van de jonge duiveltjes. En dan verschijnen er ook vlammetjes boven de Klokkuil en dat zijn de zieltjes van ongedoopte kinderen. En als men dan een kruis over die poel maakt en zegt: “Ik doop u allemaal”, dan verdwijnen die zieltjes en gaan allemaal naar de hemel.
En wat luidt die klok daar in de diepte? Wat–is–er–te–Steen-sel? En dan antwoordt het naburige klokske van Knegsel heel vinnig en snibbig: Er-moei, er-moei, er-moei. En dan zegt de klok van Steensel weer: Hoe-lang-zal-dat-du-ren? En dan antwoordt het klokske van Knegsel nog venijniger: Al-tij,-al-tij, al-tij!
Het manneke dat me dit vertelde die riep boven de kuil: “Zeg, doe-es ’n m’rakel!” En hij kreeg ‘ne stijve nek waarmee hij ook het graf in ging.

SINSAG 0980 - Der Glockenpfuhl.    SINSAG 0980 - Der Glockenpfuhl.   

Steensel zou vroeger twee kerkklokken hebben gehad. Volgens sommigen is één van de klokken geroofd door de Fransen, volgens anderen hangt hij in de basiliek van Sint Jan in ’s-Hertogenbosch. Weer anderen zeggen dat de duivel de (ongedoopte) klok heeft gestolen. De duivel moest de klok echter laten vallen tussen Veldhoven en Zittard, omdat deze te zwaar was en zo ontstond de Klokkuil of Duivelskolk. In de kerstnacht om twaalf uur luidt de klok daar nog steeds en maakt de moeder van de duivel er een vuur.
De klokken van Steensel en Knegsel praten met elkaar.

Radio-uitzending Vonken onder de As (NOS)

Meester Rijken    Meester Rijken   

Wouter Kaeiwas    Wouter Kaeiwas   

Peter van den Bersse    Peter van den Bersse   

Dierk Verdonk    Dierk Verdonk   

de Fransen    de Fransen   

basiliek van Sint Jan te 's-Hertogenbosch    basiliek van Sint Jan te 's-Hertogenbosch   

Martinus Vermeulen    Martinus Vermeulen   

de Klokkuil    de Klokkuil   

de Duivelskolk    de Duivelskolk   

de Zoe ?    de Zoe ?   

Joost (de duivel)    Joost (de duivel)   

Steensel    Steensel   

-s-Hertogenbosch    -s-Hertogenbosch   

Veldhoven    Veldhoven   

Zittard    Zittard   

Knegsel    Knegsel   

Hoogeloon    Hoogeloon   

Steensel    Steensel