Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WOESTEHOEVE1 - Gloeiende Gerrit

Een sage (mondeling), vrijdag 31 maart 2023

53433560121_3347af7210_o.jpg

Hoofdtekst

Gloeiende Gerrit

Het verhaal van Gloeiende Gerrit speelt zich af in Woeste Hoeve, en dat is een pleisterplaats tussen Apeldoorn en Ede. Hier stond een herberg waar mensen hun paarden konden verversen, en, ja, eigenlijk al eeuwen lang mensen op hun reizen tussen de steden een rustplek hadden. Nou is het in 1771 zo dat deze hoeve in handen is van een zekere vrouw Eva, en Eva heeft twee zoons: Jan, de oudste, en Gerrit, de jongste.
Nou is het verhaal dat, op een dag kwam Jan binnen, en die zei: “Ik heb een, ja, een goed idee. Ik wil de meid, wil ik ten huwelijk vragen. Ik ben zo gek op haar, ik ga ervoor.”
Maar Gerrit was ook al verliefd op der, en die stond eigenlijk te wachten tot hij eindelijk zijn moed bij elkaar had geraapt om haar eerst te vragen. Dus, snel ging die zijn broer voor, hij ging snel naar de meid toe, en vroeg haar ten huwelijk. Maar, ze zat helemaal niet op hem te wachten, en ze dacht dat ‘ie een grapje maakte, dus ze wuifde het weg en ze wees hem af. Gerrit dacht: mja, maar dan gaat ze m’n broer ook afwijzen, dus ik heb nog m’n kans. Het komt wel goed. En die avond, bij het avondeten, vertelde Jan heel trots, dat hij die middag de meid tot huwelijk had gevraagd. En Gerrit werd zo boos, dat hij bijna zijn broer over tafel sleurde. Maar, moeders haalde de twee uit elkaar, en ze zei: “Gerrit, je hebt pech, jouw broer gaat met haar trouwen, je hebt je kans gehad, en ze heeft gekozen.” Gerrit ging mokkend naar bed toe, en liet niks meer van zich horen de rest van de volgende dag. De familie liet het lekker voor wat het was, ging verder met hun dagelijkse leven, maar wel met het plannen van een bruiloft. En toen het eenmaal zo ver was, en ze klaar waren om de bruiloft, om te beginnen met de bruiloft, bleef Gerrit maar dwars zitten, vervelend doen, en hij was eigenlijk veel te jaloers om het te accepteren. Maar hij moest het maar laten voor wat het was. En tijdens de ceremonie werd ‘ie zo boos, dat iedereen ‘m naar buiten stuurde. Zeiden ze: “Weet je wat Gerrit, ga maar weg, ga maar gewoon het bos in, ga maar hout sprokkelen ofzo voor het vreugdevuur voor vanavond, hé, maak jezelf nuttig als je hier alleen maar met een chagrijnige kop erbij kan zitten.” Boos stormde hij naar buiten, en verdween het bos in. En, nadat de bruiloftsceremonie voorbij was, en er een groot feest werd gegeven, was er een grote berg hout. Gerrit was niet te zien, die was weer het bos in gegaan, die hoorden ze verderop hakken, en ze dachten: nou, die zien we vanzelf wel weer terug, als er eenmaal bier komt dan komt ‘ie vanzelf en die draait wel weer bij.” Maar, het feest werd steeds later, en niemand lette er meer op of Gerrit wel terug was gekomen, en iedereen ging slapen. Die nacht kwam Gerrit eindelijk het bos uit, toen die hoorde dat het stil was. En hij had achter de schuur, had ‘ie een grote berg hout verzameld, grote takkenbossen verzameld, bij elkaar gebonden. En hij sloop rond om het huis, om de herberg, en hij barricadeerde de deur met stukken hout. Niet te veel lawaai maken, want dan zouden mensen het horen, maar wel zo dat de deur niet goed open kon. Daarna verzamelde ‘ie de takkenbossen rond het huis, en liep naar het smeulende vuur, en haalde daar twee kooltjes uit, die ‘ie in een test deed, een test is een vuurvast kistje, een soort vuurkist. En daarna liep ‘ie naar de hooischuur, en wierp een van de kooltjes in het hooi. En het begon toch wel vrij snel, kon het goed vlam vatten, begon het te branden. En daarop deed ‘ie snel de test dicht, en vertrok met alleen zijn mantel het bos in. Hij keek niet om of het vuur iets deed of niet. En, het werkte, want dezelfde nacht nog stak er een gigantische stormwind op, een noordenwind, en die blies door de open deur naar binnen en wakkerde het vuur aan. En, die nacht, stond heel Woeste Hoeve in lichterlaaie. En, tuurlijk, mensen werden gealarmeerd, mensen werden wakker, en begonnen het vuur te blussen. Het ging niet snel, want feestgangers die net een goed feest met veel bier hebben gehad die zijn niet zo heel snel paraat. Maar, ze deden hun best om toch het vuur te blussen, maar het ging niet snel. Overal lag hout voor de deur, overal was brand, en ze konden maar niet bij het kersverse bruidspaar komen. Maar, uiteindelijk was een deel van de brand geblust, het vuur was meester, maar ze waren te laat. Het bruidspaar was omgekomen in de rook, en in de vlammen. En er werd een snelle telling gedaan van alle gasten, wie er nog meer was omgekomen in de brand, en wie ze nog konden vinden. En ze merkten dat ze geen lichaam vonden van Gerrit, maar ook geen levende Gerrit. Maar ja, het was zo laat, en ze dachten: we hebben nu niet de energie om het bos in te gaan, op zoek naar hem. De volgende dag werden in de omgeving de steden en de dorpen gewaarschuwd, dat er iemand gezocht werd voor de brandstichting. En, ja, het werd bemoeilijkt, die stormwind was namelijk niet zomaar, het was best wel slecht weer geworden, er kwam een flinke zware najaarsstorm over de Veluwe, en het was ijzig koud, veel regen. Maar, dat maakte het uiteindelijk ook makkelijker, want een aantal dagen later dook Gerrit toch weer op. Die was de Onzalige Bossen ingevlucht, en dat is zo’n onherbergzaam stuk van de Veluwe, dat er geen eten te vinden is, en met zo veel regen is er ook bijna geen brandhout, en als je alleen maar je mantel bij je hebt dan, ja, word je al snel niet meer warm, slaap je niet meer, en heb je honger. En door die schaarste werd Gerrit eigenlijk meteen het bos uit geforceerd. Hij werd meteen gearresteerd, en overgebracht naar een gevangenis in Ede. Daar werd hij veroordeeld tot de galg, maar nog voordat ze hem konden ophangen, kwamen ze er achter dat hij overleden was in zijn cel. Ze wilden hem eruit halen, maar ze dachten: ja, weet je, die gevangenen kunnen hier wel even een lesje van leren, dat komt morgen wel. En de volgende dag kwamen ze bij de cel aan, en toen was hij weg. Er brak weer paniek uit, want wat nou als hij niet was overleden, als hij was ontsnapt. En ze zochten en ze zochten, ze konden hem niet vinden. En die nacht, rende over de heide, een man. Brandend, schreeuwend van pijn, maar toen ze bij hem in de buurt kwamen, verdween ‘ie, en zagen ze hem verderop weer rennen. En het leek alsof ‘ie een kistje in zijn handen had, een test. En elke nacht rent over de heide in de omgeving van Woeste Hoeve een brandende man. En in de ochtend, bij de eerste zonnestralen, verdampt ‘ie, en zie je eigenlijk alleen nog maar een rookpluim door de zonnestralen opstijgen. En zo, kan je dus elke nacht Gloeiende Gerrit over de Veluwe zien rennen.

Onderwerp

SINSAG 0196 - Der Feuermann-Mörder (Missetäter)    SINSAG 0196 - Der Feuermann-Mörder (Missetäter)   

Beschrijving

Een jongen is jaloers op zijn broer en zijn vriendin, die gaan trouwen (terwijl hij ook een oogje op haar had, maar hij werd afgewezen). Na het bruiloftsfeest steekt hij het huis in brand, en het bruidspaar overlijdt. De dader vlucht maar wordt even later toch gepakt. Hij overlijdt in de gevangenis, maar zijn brandende ziel rent nog altijd 's nachts over de Veluwe.

Bron

Optekening uit de mondelinge overlevering, ten behoeve van een onderzoeksatelier Neerlandistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen

Commentaar

Het verhaal van Gloeiende Gerrit vindt zijn oorsprong in een daadwerkelijke strafzaak in 1771, toen ene Gerrit ter dood veroordeeld is in Ede voor brandstichting en de dood van zijn broer en schoonzus.

Naam Overig in Tekst

Veluwe    Veluwe   

Woeste Hoeve    Woeste Hoeve   

Apeldoorn    Apeldoorn   

Ede    Ede   

Gloeiende Gerrit    Gloeiende Gerrit   

Gerrit    Gerrit   

Eva    Eva   

Jan    Jan   

Onzalige Bossen    Onzalige Bossen