Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

VODA_033_13

Een sage (mondeling), vrijdag 13 januari 1967

Hoofdtekst

En mien zuster de man dea was bee dorsmachien, ’s Morgens gingen ze op tied weg, vief uur, hè. En zee ligt op bedde en inains doa komt d’r, zee heurt ’t aankom’n, zo ‘n…’n… veurhoes zeggen ze vrouger, det is ’n karnhoeske, en doar komt een zwart ding zo deur de keuken heen en zie heurt dea kette die heurt ze slepen. En gaat zo bee ‘t stal omhoog en die gaat ‘r op borst zitten en zee ken niks meer zeggen. En zie hebben d’r nog een half joar zowat ’woond, maar was geen mens dea weer in det hoes wol, alleen om…det det gebeurd was. Want det was wel zo as duvelskunsten, hè. Maar mien zuster die hai nooit van ’t bedde weer af’durft.
Ja. Ja, doarbee denk e det gebeurt toch w’is, hè.

Onderwerp

SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten    SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten   

SINSAG 0791 - Begegnung mit Mahr.    SINSAG 0791 - Begegnung mit Mahr.   

Beschrijving

Een vrouw ligt alleen in bed, omdat haar man al heel vroeg aan het werk is gegaan. Dan komt er een zwart ding door de keuken heen. De vrouw hoort het gesleep van een ketting. Het ding gaat bij de stal omhoog en gaat op haar borst zitten. De vrouw kan niets meer zeggen.
Ze hebben daar nog een half jaar gewoond, maar niemand wilde het huis nog in. De vrouw durfde nooit meer haar bed uit te komen.

Bron

Radio-uitzending Vonken onder de As (NOS)