Hoofdtekst
GROTE STELEN EN KLEINE STELEN
Het was in de tijd dat de vroedschap van Amsterdam de drie grachten rondom de stad liet aanleggen. De eerste noemde zij naar de prinsen, de tweede naar de keizers, maar de derde naar hen die prinsen en keizers konden kopen als ze dat wilden: de heren regenten van het rijke Amsterdam. Met hoge heren is het echter kwaad kersen eten. Dat ondervond een tapper in de Jordaan die op zijn uithangbord verschillende grote en kleine pijpestelen had laten schilderen en daaronder had geschreven:
Grote stelen en kleine stelen,
Maar grote stelen het meest.
Dat opschrift moest verdwijnen, werd hem gezegd, en hij schreef daarom:
Op last van de heren van het stadhuis
Grote stelen per abuis.
Maar toen werd hem bevolen om het hele uithangbord te verwijderen. Toch wilde hij zijn mening zeggen en hij liet daarom een snoek schilderen, die een kleine vis opslokte en daaronder stond geschreven:
Grote vissen eten de kleine.
Dat ergerde de schout en de tapper moest opnieuw de voorstelling op zijn uithangbord veranderen. Hij bestreek daarop het gehele bord met blauwe verf en schreef eronder:
Als ik de waarheid niet mag schrijven,
Dan zal ik alles maar blauw blauw laten blijven.
Zodoende had hij tòch het laatste woord.
Het was in de tijd dat de vroedschap van Amsterdam de drie grachten rondom de stad liet aanleggen. De eerste noemde zij naar de prinsen, de tweede naar de keizers, maar de derde naar hen die prinsen en keizers konden kopen als ze dat wilden: de heren regenten van het rijke Amsterdam. Met hoge heren is het echter kwaad kersen eten. Dat ondervond een tapper in de Jordaan die op zijn uithangbord verschillende grote en kleine pijpestelen had laten schilderen en daaronder had geschreven:
Grote stelen en kleine stelen,
Maar grote stelen het meest.
Dat opschrift moest verdwijnen, werd hem gezegd, en hij schreef daarom:
Op last van de heren van het stadhuis
Grote stelen per abuis.
Maar toen werd hem bevolen om het hele uithangbord te verwijderen. Toch wilde hij zijn mening zeggen en hij liet daarom een snoek schilderen, die een kleine vis opslokte en daaronder stond geschreven:
Grote vissen eten de kleine.
Dat ergerde de schout en de tapper moest opnieuw de voorstelling op zijn uithangbord veranderen. Hij bestreek daarop het gehele bord met blauwe verf en schreef eronder:
Als ik de waarheid niet mag schrijven,
Dan zal ik alles maar blauw blauw laten blijven.
Zodoende had hij tòch het laatste woord.
Onderwerp
SINSAG 1331 - Der dichtende Bauer verspottet in Reimen das Gericht.   
Beschrijving
Man moet verwijzingen op een uithangbord naar het optreden van de regenten steeds verwijderen, maar heeft toch het laatste woord.
Bron
J.R.W. Sinninghe: Spokerijen in Amsterdam en Amstelland. Zaltbommel 1975. p. 28, 29
Commentaar
Der dichtende Bauer verspottet in Reimen das Gericht
Naam Locatie in Tekst
Amsterdam   
Jordaan   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20