Hoofdtekst
Da was nen Duutsche schaper die ’n partie vruchten most bienden. Je draaide hem me z’n rik no ’t stik. ’t Passeerde dor entwien en je zag ip ieder bussel ’n ro vintje zitten en in één, twee, drieë waren al die vruchten geboenden.
Beschrijving
Een Duitse schaper die de oogst moest bijeenbinden, draaide zich om zodat hij met zijn rug naar het veld stond. Een voorbijganger zag op iedere bussel een rood mannetje zitten. In een mum van tijd was de hele oogst bijeengebonden.
Bron
M. Vander Cruysse, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (n van brugge)
605
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Middelburg