Hoofdtekst
Henri Brugge hèt mie dat verteld. Dat is gebeurd ip hundre hof rond 1880 an de oude Ieperstraat ip de wijk “de Slore”. Ip dat hof waren de minsen benauwd omdat de beesten zo ongedurig (onrustig) waren. En ot dadde ne tijd geduurd hadde gingen ze van verlegenheid achter nen priester. En je gienk rond het hof en ze mosten ollemolle meegaan en lezen met hem. En overol waar dat ne passeerde verschroeide het ges (gras) en hijzelve zweette van dat werk te doen. En daarachter heet dat nooit ne meer gebeurd, ’t was gedoan.
Beschrijving
Op een boerderij waar de dieren erg onrustig waren, liet men de pastoor komen. De pastoor kwam de boerderij overlezen tot hij helemaal bezweet was. Overal waar de geestelijke had gelopen, verschroeide het gras. Na het bezoek van de pastoor, gedroegen de dieren zich weer normaal.
Bron
R. Callens, Leuven, 1968
Commentaar
west-vlaams (tielt en izegem)
385
Omstreeks 1880
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Izegem