Hoofdtekst
Jean V., met zijne bijnaam 'Mitchie', die had altijd iet aan de hand met'Belke' of 'Marzjenneke' twee vrouwen van 't dorep. Dat waren twee heksen, zeiter, en die hadden macht op hem, want nooit gingter neven hen door zonder zijn twee duimen in zijn twee vuis(t)en te houden. Zijn koe had miskaaf (= miskalfd) of zo van allerlei ongelukken. As 'Belke' hem zag, zei ze altijd: 'de volegende keer zal ich tich dit, de volegende keer zal ich tich dat...' en he had van allerlei ongelukken; he had tegenslag met zij(n) graan, met zijn bees(t)en, met de kinder(en) en de familie. Hij had altijd iet aan de hand als hij die tegen(ge)komen was.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Jean V., bijgenaamd Mitchie, had altijd ongeluk door toedoen van de heksen Belke en Marzjenneke. Om de haverklap gebeurde er iets met Jeans familie of met zijn dieren en zijn graan. Jean ging de heksen nooit voorbij zonder zijn twee duimen in zijn vuisten geklemd te houden.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tongeren en omstreken)
604
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Belke   
Jean V.   
Marzjenneke   
Mitchie   
Naam Locatie in Tekst
Millen