Hoofdtekst
Toe (te) Fluppe Zielens ze kregen daar nooit butter (boter) in de kern, nooit, dat ze kernden lijk dat ze wilden, ’t was stront. Die mensen zijn op ’t ende naar de paster gegaan en ton (dan) zat de kern vol boter. J’had hij dat belezen he. En z’hadden ton (dan) al die butter were (terug).
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een boer kon geen boter meer maken door toedoen van een heks. In het botervat lag altijd mest. Nadat een pastoor de melk had overlezen, kon men weer moeiteloos boter maken.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (kamerlingsambacht)
186
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Westende