Hoofdtekst
On’k ik e joeng waoren. Ze wilden ook en, otter etwien koste tovern, o ze dood gieng dan de pasters goeng achter die boeken omdat er niemand gin kwaod mi zoe kun doen.
Beschrijving
Als een tovenaar op sterven lag, dan haastten de pastoors zich ernaartoe om de toverboeken van die persoon af te nemen. Op die manier zou niemand nog kwaad kunnen doen met de boeken.
Bron
S. Van Bael - Lehouck, Leuven, 1969
Commentaar
2.3 Toverboeken
west-vlaams (bachten de kupe)
545
Jeugd van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Eggewaartskapelle