Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

HSCHO0172_0172_11278

Een sage (mondeling), maandag 10 juli 1995

Hoofdtekst

I En als er iets mis ging bij de geboorte of zo van een kind? Werd dan ook gezegd: "Dat is het werk van de duivel?"5 Ja, dat was de eerste reactie wat de mensen deden; dat was altijd de duivel geweest. De duivel deed alles. En als ge de kinderen wou bang maken, dan was het met de duivel: "Dan komt de duivel." Dat was het. De duivel was lelijk afgebeeld.I Hoe dan?5 Zwart, lelijk gezicht, twee zwarte horens, twee vuurrode ogen, dan een lang, zwart, smal kleed of zoiets. Hier nog zoiets op z’n rug, geloof ik, zo … Geen vleugels, maar toch zo ergens iets.I Een soort bochel?5 Verschrikkelijk. En door dat zicht alleen hadt ge al schrik. Dat was de duivel. Ja maar, als ze dan iets zegden, ge moest maar eens bij de duivel terechtkomen, zo’n lelijk persoon.I Dan hadt ge schrik.5 Dan hadt ge schrik. Dat maakte de schrik. En als kind geloofden we dat. Enfin, wij nog als we kleiner waren, maar als we een keer (groot waren niet meer). Over de weerwolf werd veel gesproken.

Beschrijving

Vroeger maakte men de kinderen bang door te vertellen over de duivel, die werd voorgesteld als een wezen met een bochel en een zwart, lelijk gezicht, twee zwarte horens, twee vuurrode ogen. De duivel droeg een lang, smal zwart kleed. Als er ergens iets fout liep , gaven de mensen altijd de duivel de schuld.

Bron

H. Schoefs, Leuven, 1996

Commentaar

3.1 Duivels
limburgs (groot-riemst)
5M' 172
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Zichen-Zussen-Bolder    Zichen-Zussen-Bolder