Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

STOP0362_0362_21676

Een sage (mondeling), 1964

Hoofdtekst

De name Bakelandt is uutgekommen deur e vromens wor dat z’inbraken. Die vrouwe wos zo benauwd, zo benauwd van die bende, dat ze zij in de keren, e platte keren met èn hulle up, kroop. En ze trok zijzelve die hulle up. Zo Bakelandts bende kroop binnen. En de schat wor dat z’achter zochten, zat in de meur gemetseld. Ze voenden dien schat. En den uppersten, die Bakelandt wos, kwam dor ook en de knechten zein tegen hem: "Meester Bakelandt, w’èn de schat gevoenden." Ezo is die name uutgekommen up dat hof met dat vromens in die keren. Z’e zij dat toen achternor gezeid dat is Bakelandts bende.

Onderwerp

SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.    SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   

Beschrijving

Op een dag pleegde de bende van Bakelandt een inbraak bij een vrouw. De vrouw was zo bang dat ze in het botervat kroop opdat de rovers haar niet zouden vinden. De schat waarnaar de rovers op zoek waren, was ingemetseld in een muur. Toen de rovers hun schat hadden gevonden, zeiden ze: "Meester Bakelandt, we hebben de schat gevonden!" Omdat de vrouw dat had gehoord vanuit het botervat, is men te weten gekomen dat Bakelandt een rover was.

Bron

S. Top, Leuven, 1964

Commentaar

4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
221A
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Bakelandt    Bakelandt   

Bakelandt (bende van)    Bakelandt (bende van)   

bende van Bakelandt    bende van Bakelandt   

Naam Locatie in Tekst

Bikschote    Bikschote