OMATT0087_0088_18425 - De hellewagen verdwijnt als men Gods naam uitspreekt

Peet Verscheure, nen horlogenmakre en nen bakkere kwam van Brugge. ’t Was te middernacht. En ot (als) hij rond Flabbaart kwam stond er daar ne schone café. D’er was daar licht, muziek en d’er werd daar gespeeld. Peet peisdige in zijn eigen "’k he dust (dorst) en hij ging binnen. Hij vroeg een pinte en in dien tijd zei men altijd voor dat men een pinte dronk: "God zegene U". En van ot (als) hij da gezeid had was diene café weg en stond hij in nen braambos, zonder bier natuurlijk. Ewel da (dat) was den hellewegen en overal waar dat hij hem nere zettige wast hij te ziene.

Een man die zowel horlogemaker als bakker was, kwam omstreeks middernacht terug van Brugge. In de buurt van Flabbaart ging de man een glas drinken in een mooi café waar muziek weerklonk. Vóór de man van zijn glas bier dronk, zei hij naar gewoonte: "God zegene u". Het volgende ogenblik was het café verdwenen en bevond de man zich in een braambos. Overal waar de man keek, zag hij de hellewagen.

O. Mattheeuws, Leuven, s.d.

1.4 Luchtgeesten

west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)

54

fabulaat

Flabbaert    Flabbaert   

Knesselare    Knesselare   

Brugge    Brugge