Hoofdtekst
Der was hier ’n kind dat langs de strate ‘nen appel opgeraapt had. En ’t komt thuis en ’t deed niet anders dan altijd iets klappen in zijnen buik! En ’t zei altijd als-t-er iemand passeerde: "Waar gaan ze naartoe? Ze zijn zeker were naar de kerke, naar de pape?" zei dat altijd in dienen buik. En dat bleef duren en ’t kind kwam mager.En ze gingen naar de paster en zegt de paster: "Wat heeft dat kind gedaan?" – "Ewel, mijnheer de paster, dat kind heeft ‘nen appel gevonden langs de strate en opgegeten." – "Ewel", zegt ie, "’k ga ‘ne keer komen."En dat kind moeste hem (= zich) ommeleggen. En de paster zette zijne voet op de kele van dat kind, en hij begoste te lezen om den duivel eruit te jagen die van binnen gerocht was van (= door) dien appel. Met dat hij zijne voet op de kele van dat kind zette, kwam dat kind pekzwart! En de moeder zag dat en ze zei: "Allé, toe, ge zijt bezig met ons kind de kele toe te duwen! Dat kind moet dood." En de paster was nog altijd bezig met ons kind de kele toe te duwen! Dat kind moet dood. En de paster was nog altijd bezig met lezen en de moeder stuikte hem dervan. " ’t Is jammer", zegt ie, "ge mochte dat niet gedaan hebben, hij was albij uit, en nu zal-t-ie derin blijven: dat kind moet eraan…"En dat kind is gecrepeerd hé, want de paster kost’er nu niet meer aan doen, want ze had hem dervan gestuikt.
Beschrijving
Een kind dat langs de weg een appel had opgeraapt, kon plots buikspreken. Wanneer er iemand voorbijkwam, zei het kind altijd: "Waar gaan ze naartoe? Ze gaan zeker weer naar de kerk, naar de pastoor?" Omdat het kind bovendien erg vermagerde, liet de moeder de pastoor komen. Het kind moest op zijn buik gaan liggen. De pastoor zette zijn voet op de keel van het kind en begon te bidden om de duivel te verjagen. Omdat het kind zwart werd, zei de moeder: "Maar wat doet je nu? Je knijpt ons kind de keel dicht!" Toen de moeder de pastoor had weggeduwd, sprak de geestelijke: "Het is jammer. Je had dat niet mogen doen. De duivel was er bijna uit, maar nu moet hij erin blijven. Het kind zal sterven". Het kind ging inderdaad dood.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
3.1 Duivels
west-vlaams (tussen schelde en leie)
519
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tiegem