Hoofdtekst
25I Dan kwamen we van daar en dan gingen we zo binnendoor naar ’t school. En dan kwamen we daar en wij gingen lopen van dat vrouwmens. Die ging zo. Die heette Mie Kasper, heet die. Mie Kasper zeiden ze daartegen. Maar anders kende ik ze ook niet. Ze beweerden dat dat een heks is, en wij gingen daar van lopen. Die kwam daarom niet aan het koren, dat waren de schimmen die jij zag. Dat je peist (denkt) die komen uit het koren zo recht over de weg. Maar vroeger hadden de mensen zo rap schrik. x Ja25I Dat je peist (denkt) dat die uit dat koren kwamx (?)25I Awel, en dat was Mie Kasper heette die, dat valt me nu nog in. Dat was een groot vrouwmens ook met zo een muts op haar kop. Een kornet, een kornet ken je niet. We zeiden daar vroeger een kornet tegen. Dat zetten ze op hun kop en daar zo een koord en dan bonden ze die vast.x Ja, zo.25I En ’s zondags als ze naar de kerk gingen, dan hadden ze een speciale. Dan hadden ze hier allemaal pareltjes.x Versierd zo.25I En zo een beetje gefronst zo. Mijn moeder heeft dat ook gehad. Ja, ze staat hier ieverans (nergens) niet. Maar ja, die had dat ook. En daarom ken ik dat allemaal.x Ja.25I Awel, en die had dat op (?) en dan een beetje mager en zo een scherpe neus.x En dat was een heks. 25I Amai, dat weet ik nog allemaal goed.x Dat was die Mie Kasper en die was daar ook voor gekend. 25I Ja, die werd daar ook voor aanzien. Ja, dat die ook iets kon, maar wat weet ik niet.
Beschrijving
Wanneer de kinderen uit Langdorp naar school gingen, meenden ze soms een vrouw met een muts op haar hoofd uit het koren te zien komen. De kinderen liepen weg omdat ze geloofden dat die vrouw een heks was.
Bron
T. Bergen, Leuven, 2003
Commentaar
2.1 Heksen
vlaams-brabants (groot-aarschot)
25I
Kindertijd van de informant
memoraat
Naam Overig in Tekst
Mie Kasper   
Naam Locatie in Tekst
Langdorp   
Plaats van Handelen
Langdorp