Hoofdtekst
Mijn moeder vertelde dat ’t vroeger vele verkeerde en dat ’t erg was van de toverijen aan de kanten van Lichtervelde. Het kwam zoverre dat de pastoor erover preekte in de preekstoel. Ton is ’t vele verbeterd. Maar d’r zijn vele mensen die naar Steenbrugge hebben moeten gaan. Alzo was d’r ne keer entwien die veel ongeluk had. Hij ging ook naar de paters van Steenbrugge en de deze zeien dat de eerste die hij tegenkwam in de gracht moeste slaan. D’eerste dat hij tegenkwam was zijn moeder. Hij koste het niet over zijn herte krijgen. Als hij weer bij de paters kwam zeien ze dat er niet aan te doen was, omdat hij niet gedaan had wat dat ze zeien.
Beschrijving
In de buurt van Lichtervelde was vroeger veel toverij. Nadat de pastoor erover had gesproken tijdens zijn preek, kwam er veel verbetering.
Een man die veel ongeluk had, ging te rade bij de paters van Steenbrugge. De paters gaven de man de raad om de eerste persoon die hij op zijn terugweg zou tegenkomen, in de gracht te slaan. De man kwam zijn moeder tegen en kon het niet over zijn hart krijgen haar te slaan. Omdat er maar geen einde kwam aan het ongeluk, ging de man opnieuw naar de paters. De geestelijken zeiden dat ze er niets konden aan doen omdat de man hun raad niet had opgevolgd.
Een man die veel ongeluk had, ging te rade bij de paters van Steenbrugge. De paters gaven de man de raad om de eerste persoon die hij op zijn terugweg zou tegenkomen, in de gracht te slaan. De man kwam zijn moeder tegen en kon het niet over zijn hart krijgen haar te slaan. Omdat er maar geen einde kwam aan het ongeluk, ging de man opnieuw naar de paters. De geestelijken zeiden dat ze er niets konden aan doen omdat de man hun raad niet had opgevolgd.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (houtland)
572
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Steenbrugge (paters van)   
paters van Steenbrugge   
Naam Locatie in Tekst
Veldegem   
Plaats van Handelen
Lichtervelde   
Steenbrugge