Hoofdtekst
Dat heet in Maldegem onder de weg naar Brugge geweest. Ja, nen zekeren De Love, ook ne Maldegemnare, had ook geweest naar Brugge. En in ’t naar huis komen, en da was al te voete, zien ze daar ne schone café staan. En spelen en dansen en drinken. En daar ook ne keer binnen gaan. En ze besteldigen (bedienen) hem daar ook een glas wijn. Zo ot (als) dat underen (hun) hun tijd ware de café was weg en hij had hij ’t glas in zijn handen en zat mee zijn gat op een eisgat (boomwortel). En op da glas stond er de name van nen here uit de Langestrate in Brugge. Maar hij wildige ’t niet herkennen. Hij zei dat ’t zijne niet en ware.
Beschrijving
Een man die van Brugge naar Maldegem wandelde, zag onderweg een mooi café, waarin gedanst en gedronken werd. De man ging binnen in het café en bestelde een glas wijn. Toen de man zijn glas had gekregen, was het café plots verdwenen en zat de man op een boomwortel. Op het glas dat de man in zijn hand hield, stond de naam van een heer uit de Langestraat in Brugge. Die heer wilde echter niet toegeven dat het glas van hem was.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
204
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Maldegem   
Plaats van Handelen
Maldegem   
Brugge   
Langestraat (Brugge)