Hoofdtekst
Noë met zijn bende, doa heb ich van ze leven veel van gehoord. Die had ze verblijf op de 'Bollebereg'. Die ging allekanten plunderen. A(ch)ter 'Manshoven-bos' woonde Noë, op de 'Bollebereg'. Hij had e fluitsje in zijne nek hangen, en dan floot er op zijn hon(den) wa wijd weg waren, en dan kwamen ze hem helepen.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Noë woonde op de Bolleberg achter Manshoven-bos. Hij had een fluitje waarmee hij zijn honden kon roepen, die hem vergezelden op zijn plundertochten.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
4. Historische sagen
limburgs (tongeren en omstreken)
1122
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Manshoven   
Noë V.D.B.   
Manshoven-bos   
Naam Locatie in Tekst
Heks   
Plaats van Handelen
Bolleberg