Hoofdtekst
In de 'steeg' doa kwam die met het 'krellehüdsje' (= Krellehoedje), ene man met e pjaad (= paard) die kwam doa 's nach(t)s alleen door. Doa waren ook alted heksen. As zje t' raan kwam, dan was alles ineens voert door de hagen; zje zag niks en alles was voert, mè dat was e geruis wei (= als) van minse met zij(d)e kleer (= kleren). Die dansten zeker weg door de hagen uit.
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
In een steegje in Heks spookte het. De man met het 'Krellehoedje' reed er 's nachts alleen te paard door.
In dat steegje hoorde men altijd een vreemd geluid dat leek op het ruisen van kleren. Wanneer men dichterbij kwam, was er echter niets meer te zien. Misschien zaten er heksen.
In dat steegje hoorde men altijd een vreemd geluid dat leek op het ruisen van kleren. Wanneer men dichterbij kwam, was er echter niets meer te zien. Misschien zaten er heksen.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
525
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Krellehoedje (man met het)   
Naam Locatie in Tekst
Heks   
Plaats van Handelen
Heks