Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

LCUMP0064_0064_14349 - Variant van (13) (Zedelgem)

Een sage (mondeling), 1965

Hoofdtekst

Ip de kerkhoven zaag j’azo dikkers luchtjes (lichtjes). Ze deên dt om de mensen benouwd te moaken. Of ’t woaren der azo dien woaterduvel speelden ook. Mo ’t was dor een die fel gemat wat (erg kameraad was) met ’n anderen en je wildeg’hem benouwd maken mo den anderen wildege d’rip sloan. Ja mo, zei dien woaterduvel: stop, ’t is mor (maar) ik. Ik ken niemand in den doenker, zei den anderen, en je sloeg hem steendoad.

Beschrijving

Op het kerkhof zag men vaak lichtjes die bedoeld waren om mensen bang te maken. Zo speelden sommige grapjassen ook voor waterduivel. Op een dag joeg een man één van zijn vrienden voor de grap de stuipen op het lijf. Toen de verschrikte voorbijganger de grapjas wilde slaan, zei de vriend: "Niet doen, het ben ik maar!" Daarop antwoordde de man: "In het donker ken ik niemand" en hij sloeg zijn vriend morsdood.

Bron

L. Cumps, Leuven, 1965

Commentaar

1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (z van brugge)
14
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Snellegem    Snellegem