Hoofdtekst
Den ouden karton (paardenverzorger) waar dat ik werkte, hij vertelde, bij de gemenestrate, ’t is daar een nekkerpit, en op een avond, ze waren een keer met tween, en den enen zag ’n en den anderen niet, dat was een beeste die lag bij den pit, en hij was in den pit getrokken van den nekker.
Beschrijving
Op een avond wandelden twee paardenknechten voorbij de nekkerput. De ene knecht zag de nekker, maar de andere zag hem niet. Die ene knecht werd door de nekker in de put gesleurd.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (franse grens)
17
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Oostkappel