MDREE0297_0298_2561 - Priester geeft raad om heks te verwijderen

In een ander huis wa ich kende, was hetzelefde geval, ook e metske wa altijd ziek was. En doktoor kon niks aan haar doen. Toen zijn ze noa e pastoorke gegaan en die zei: 'ze woont tegen oech over (= ze woont tegenover U) en die doet kwaad in oer (= uw) huis, moregennach(t) om twalef uren luistert zje maar eens, dan zult zje drie slög (= slagen) horen op de blaffeturen (= vensterblinden).' Toen gingen ze thuis. 'Nu ben ich toch eens curieus, zei de vrouw toen, of we het gaan horen.' en ze bleven op tot noa twalef uren en toen hoorden ze drie slög ook. Ze gingen terug noa 't pastoorke 'laat haar maar nooit mee(r) in, ze zal wel uit oer (= uw) huis blijven' zei die. Toen is het kind genezen. De dochters van de heks die zegden ook nie veel op d'ander metskes (= meisjes) van doa tegenover, maar een heel tijdsje ternoa vroegen ze: 'voorwa nöut zje mem nooit mee?' (= waarom nodigt ge moeder nooit meer uit?) Mè de metskes zegden niks doa op en ze draaiden hen om, zij konden dat toch nie zeggen, wor! Mè die heks is nooit mee(r) in huis gekomen bij die mensen.

SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste    SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   

Mensen die een ziek dochtertje hadden, lieten tevergeefs de dokter komen. Omdat de arts geen raad wist, gingen de ouders van het meisje naar de pastoor, die zei: "De vrouw die verantwoordelijk is voor het onheil, woont tegenover jullie. Morgen zullen jullie haar om middernacht driemaal op de rolluiken horen tikken". Zo gebeurde het ook. De volgende dag gingen de mensen terug naar de pastoor om hem te vertellen wat ze hadden gehoord. Daarop sprak de geestelijke: "Jullie mogen de heks nooit meer binnenlaten". Na een tijdje genas het meisje. Omdat de ouders van het meisje hun buurvrouw meden als de pest, vroegen de dochters van de heks op een dag: "Waarom nodigt u mijn moeder nooit meer uit?"

M. Dreezen, Leuven, 1967

2.1 Heksen

limburgs (tongeren en omstreken)

814

fabulaat

Koninksem    Koninksem