Hoofdtekst
Sooten Lakiere was oltied bereen van de moare. Zien dochter zei: “Voader is olle nachten bereen van de moare. Je is zoeo benauwd. ’t Is een leelijk oed gries wuf met heur hoar in heur tanden, die ip ziene bost krupt en zien kele toekniept. ’t Is entwoa een slicht vromins”.
Onderwerp
SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten   
Beschrijving
Een man werd iedere nacht door de maar bereden. De maar zag eruit als een lelijke oude vrouw die haar grijze haren tussen haar tanden hield en op de borst van de man kroop.
Bron
R. Callens, Leuven, 1968
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (tielt en izegem)
86
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Meulebeke