Hoofdtekst
Ja, doodkeerskens, ‘k heb dat ook nog gezien. We woonden toen te Beveren. En we stonden daar naar te kijken. En dat kwam bij en were voort, en were bij en were voort. En den boer had zuuste die partie land ommegedaan hé, en die luchtjes kwamen were bij ’t onzens. En wij verwonderd staan kijken wat dat dat was hé. En ze gingen voort tot aan de mote. En als dat gedaan was, ’s anderdaags ’s nuchtends, we gingen gaan kijken naar die partie land dat we peinsden dat we gingen voetstappen zien hé, maar nievers gene voetstap te zien hé. En pertank, die partie was zuuste ommegedaan.
Beschrijving
Enkele jongens uit Beveren zagen een doodskeers heen en weer bewegen boven een stuk veld dat die dag was omgeploegd. Toen ze de volgende dag naar dat veld gingen kijken, zagen ze nergens voetstappen.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
west-vlaams (tussen schelde en leie)
29
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Deerlijk   
Plaats van Handelen
Beveren