Hoofdtekst
E vint in de steenoven gienk e ki mee nor huus met e Duutsche schapere. Ip e getebuk! Je moeste zeggen: "Over hagen over kaanten". Mo je zei: "deur hagen, deur kanten". Aja, en ze slipten hem overal deure. Je was heel bebloed en bedoan.
Beschrijving
Een man die in de steenoven werkte, ging op geitenbok mee naar huis met de Duitse schaper. De man moest zeggen: "Over hagen, over kanten", maar hij vergiste zich en zei: "Door hagen, door kanten". De man was helemaal bebloed toen hij aankwam.
Bron
M.-R. Nijsters, Leuven, 1969
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (nw van houtland)
34.2
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Gistel