Hoofdtekst
En toen Joke Staes stierf, hee dat veul ingehad, veur die kon sterven. Die moest dat overgeven aan iemand anders. En dan hee de pastoor dat afgenomen en overgegeven aan Liske, anders kon die niet sterven. En Joke zei dat zelf dat ze een heks was. Als ze bij ons kwam, zei ze: "Hier is de heks, Mie Vriends. Krijg ik een kom koffie of hedde soms schrik van mij?" Maar wijlie hemmen 'r nooit niks van ondervonden.
Beschrijving
Een vrouw zei zelf dat ze een heks was. Wanneer ze ergens op bezoek kwam, zei ze: "Hier is de heks. Krijg ik een kop koffie of zijn jullie soms bang voor mij?" Toen die heks op sterven lag, moest de pastoor haar toverkracht afnemen en ze aan iemand anders geven. Anders kon de heks niet sterven.
Bron
W. Luyts, Leuven, 1956
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps ('land van turnhout')
275
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Merksplas