Hoofdtekst
Maar de pasters z’hebben zieder (zij) de boeken he - en ze kunnen ’t nu nog wè, maar ’t vraagt vele inspanningen. De paters zijn daar nog straffer in dan de pasters in ’t aflezen en belezen en al. Tegen die tovernaars he. De schure van Louwers brandde hier op en z’haalden de paster en je (hij) liep hij daarrond en je las (hij bad) datten d’r bij zweette. En dat stopte ook.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Toen in Snaaskerke een schuur in brand stond, begon de pastoor te bidden tot de brand ophield. Paters waren nog beter in dergelijke toverij dan pastoors.
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (kamerlingsambacht)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Snaaskerke   
Plaats van Handelen
Snaaskerke