Hoofdtekst
Te Voordes brandde het. De gebouwen stoenden oz: (de verteller tekent een rechthoek aan één zijde open) en ’t brandde hier. ’t Wos dor mor vier meter tusschen (tussen gebouw a en gebouw b). De gebouwen hingen bijkans an mekor. De paster lliep er ook nortoe. De wind zat in de westen en de paster dei de wind keren. ’t Brandde heel of mor de reste (gebouw c) bleef ston. De priester e vele macht mor ’t is geen een die ’t gaat bekennen.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Toen in Langemark een brand woedde, dreigde het aanpalende huis dat slechts op vier meter afstand stond van het brandende huis, ook vuur te vatten omdat de wind uit het westen kwam. De pastoor deed de wind echter draaien, waardoor de andere huizen van de vlammen gespaard bleven.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (vrijbos)
25P
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Voordes   
Naam Locatie in Tekst
Langemark   
Plaats van Handelen
Langemark