Hoofdtekst
En van n’een noenkel van mij, een kart voor dat ie ging doodgaan, zat d’r een zwarte kraaie ip ’t vensterkassien (-bank). En dien noenkel ging noch naar kerke noch naar kluus. En ze kosten die kraaie nie wegjagen, maar o t’ie dood was, vloog die kraaie weg en z’is ton nooit nie meer weregekeerd.
Onderwerp
SINSAG 0919 - Teufel (in Tiergestalt) wacht bei der Leiche eines Sünders.   
Beschrijving
Toen een ongelovige man op sterven lag, zat er een kraai op de vensterbank. Men slaagde er maar niet in die kraai weg te jagen. Toen de man gestorven was, vloog de kraai weg. De vogel is daarna nooit meer teruggekomen.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (o van houtland)
190
Oom van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Ruddervoorde