Hoofdtekst
Heks rijdt paard op knecht. Andere knecht doet haar het getuig aan. Vrouw van boer heeft hoefijzers aan.Dat heeft onze vader ook verteld gehad. Dat waren twee knechten. 's Nachts, die ene knecht, als die in 't bed liggen, die ging altijd eerst liggen. Die ene was 's morgens zo muug. "Ja, ge moest doen wat ik moest doen, zoveel rondrijden." Die veranderde altijd in een paard. "Laat mij eens eerst liggen," zei die. 's Nachts kwam die heks en die wilde dat getuig aandoen. Die knecht pakte die en deed haar dat aan. 's Morgens lag die vrouw van de boer in 't bed met hoefijzers aan handen en voeten. Die reed daar altijd mee rond de wei, met die knecht.
Beschrijving
Twee knechten sliepen in dezelfde kamer. De ene knecht was 's ochtends altijd verschrikkelijk moe omdat hij 's nachts in een paard veranderde en de hele tijd moest rondrijden. Op een avond wisselden de twee knechten van plaats. Toen de heks verscheen met een gareel, deed de knecht de heks zelf het gareel aan. de volgende ochtend lag de vrouw van de boer in bed met hoefijzers aan haar handen en voeten.
Bron
B. Van Grieken, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (westerlo en omgeving)
598
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Hulshout