Hoofdtekst
Nen bijbel most ge niet in huis hebben en surtout niet te verre in lezen of ge werd nen tovenaar. Moeder hare kozijn had ook nen bijbel. Moeder was toch kurieus en ze keek er in. Ze zag daar een blaar (blad) en dat was de blaar des levens. Ze vroeg hem waar hij die blaar haalde en hij zei haar dat er maar een groeide en dat op Kerstnacht en hij alleen wist waar ze groeide. Maar als hij nu oud was, kost hij ook niet sterven. Zijnen bijbel moest eerst verbrand worden, en dat kwam omdat hij te ver gelezen had. Maar als ze nu dienen boek verbrandden was het grauwelijk (wreed) van de duivels die ze zagen.
Onderwerp
SINSAG 0753 - Zaubermacht gebrochen; Geistlicher verbrennt Zauberbuch.   
Beschrijving
Als men een bijbel in huis had en er te ver in las, dan werd men een tovenaar.
Een vrouw had een neef die een bijbel bezat. Omdat de vrouw nieuwsgierig was, sloeg ze het boek open en zag daar het ‘blad des levens’. Toen de vrouw haar neef vroeg waar hij dat blad had gehaald, antwoordde hij dat er zo maar één blad groeide op kerstnacht en dat hij de enige was die wist waar dat blad te vinden was.
Toen de neef oud was, kon hij niet sterven. Hij had namelijk te ver gelezen in zijn boek. Pas nadat de bijbel was verbrand, kon de man sterven. Het was echter een gruwelijk tafereel waarbij veel duivels verschenen.
Een vrouw had een neef die een bijbel bezat. Omdat de vrouw nieuwsgierig was, sloeg ze het boek open en zag daar het ‘blad des levens’. Toen de vrouw haar neef vroeg waar hij dat blad had gehaald, antwoordde hij dat er zo maar één blad groeide op kerstnacht en dat hij de enige was die wist waar dat blad te vinden was.
Toen de neef oud was, kon hij niet sterven. Hij had namelijk te ver gelezen in zijn boek. Pas nadat de bijbel was verbrand, kon de man sterven. Het was echter een gruwelijk tafereel waarbij veel duivels verschenen.
Bron
M.-P. Kesteleyn, Leuven, 1964
Commentaar
2.3 Toverboeken
oost-vlaams (vlaamse ardennen)
425
Neef van de moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zegelsem