Hoofdtekst
Ewel da was nen Duitse schapre en hij wachtige de schapen bij nen boer van Sijsele. En alle zaterdagavonden was hij weg om zijn vers wasgoed. D’er was ne keer ne knecht die bij hem werktige en hij vroeg: "Mag ik ne keer meegaan naar Duitsland?" "Be jaag", zei de schapre. Zo de schapre had een houten peird gemaakt en ot hij naar Duitsland ging en hij zei: "Over al en boven al" was hij weg. Zo de knecht mocht mee gaan en zei in de plaats van "Over al en boven al" "Over al en deur al" en hij was nog niet te verre of hij hangdige in de bomen. En schaper stond in Duitsland zonder de knecht. En in ’t werekeren vond de schapre hem were en de zondag heet de knecht nie moen naar de messe gaan.
Beschrijving
Bij een boer in Sijsele werkte een Duitse schaper die iedere zaterdagavond naar huis ging om schoon wasgoed te halen. Op een dag vroeg een knecht of hij een keer met de schaapherder mocht meegaan. De schaapherder stemde toe. De Duitse schaper had een houten paard gemaakt, waar hij ging op zitten en zei: "Over alles en door alles". Toen de knecht op het paard zat, vergiste hij zich echter bij het uitspreken van de toverformule en zei: "Over alles en door alles". De knecht was nog maar net vertrokken, of hij hing al vast in een boom. Daardoor kwam de Duitse schaper alleen aan in Duitsland. Op zijn terugweg vond hij de knecht en nam hem mee naar Sijsele. De volgende zondag moest de knecht niet naar de mis gaan.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
385
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Sijsele   
Plaats van Handelen
Sijsele