Hoofdtekst
Bij hem thuis deed Tuur niks, te lui om een poot op te lichten. Op een keer zei hij dat hij van op het huis zou wegvliegen tot op het dak van de schuur. En die reklaam ging rond en daar kwamen mensen van Hasselt af en alle kanten, ze moesten allemaal iets geven, hè.En het werd al halfvier. 'Zou hij nog niet vliegen gaan?' De mensen stonden allemaal te wachten, hè. 'Daar is nog geen volk genoeg', zei hij. Daar moest nog een beetje bijkomen. En op het laatste steekt hij zijn kop aan het dak uit: ' Hebt ge al zeleven een man zien vliegen?' zei hij, en hij wachtte een beetje. 'Ge hebt het zeleven niet gezien en ge zult het nog niet zien', zei hij.
Beschrijving
Op een dag zei Tuur dat hij van op het dak van zijn huis zou vliegen tot op het dak van de schuur. De mensen uit de buurt mochten allemaal komen kijken in ruil voor wat geld. Omstreeks half vier werden de mensen ongeduldig. Tuur wachtte nog even, ging dan op het dak staan en zei: "Hebben jullie al ooit een mens zien vliegen? Jullie hebben het nog nooit gezien en jullie zullen het ook vandaag niet zien!"
Bron
W. Achten, Leuven, 1971
Commentaar
4. Historische sagen
midden-limburgs
z
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Tuur   
Naam Locatie in Tekst
Diepenbeek